3.
Bevestig de lens (
Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de
camera zich op één lijn bevinden als u de lens wilt bevestigen.
4.
Zet de aan-/uitschakelaar op <
programmakeuzewiel in op <
Alle noodzakelijke camera-instellingen worden automatisch ingesteld.
Zie
Datum/tijd/zone
weergegeven.
).
> (
wanneer het instelscherm [Datum/tijd/zone] wordt
14
> en stel vervolgens het
,
).