STORINGEN
(3/7)
Tijdens het rijden
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk
gaat branden:
– in een bocht of tijdens het remmen
– bij stationair draaien
– dooft langzaam of blijft branden bij gas
geven.
De motor lijkt onvoldoende vermogen te
hebben.
De motor draait onregelmatig stationair of slaat
af.
5.30
MOGELIJKE OORZAKEN
Het peil is te laag.
Lage oliedruk.
Te lage oliedruk.
Luchtfilter verstopt.
Storing in de brandstofaanvoer.
Bougies versleten, slecht afgesteld.
Onvoldoende compressie (bougies,
ontsteking, valse lucht).
WAT TE DOEN
Voeg motorolie toe (raadpleeg de paragraaf
"motorolie (bij)vullen" in hoofdstuk 4).
Ga naar de dichtstbijzijnde merkdealer.
Stop en roep de hulp in van een merkdealer.
Vervang het filter.
Controleer het brandstofpeil.
Raadpleeg een merkdealer.
Raadpleeg een merkdealer.