BINNENVERLICHTING
1
Binnenlicht
Door het kantelen van de schakelaar 1 kunt
u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als één
van de portieren wordt geopend, De bin-
nenverlichting gaat alleen uit als de por-
tieren, waarop de verlichting reageert,
goed gesloten zijn;
– het onmiddellijk uitgaan.
Het ontgrendelen van de auto of het
openen van de portieren zorgt voor het
tijdelijk branden van het binnenlicht.
3.20
ZONNEKLEPPEN
/
Verlichting bagageruimte
Het lampje gaat branden bij het openen van
de bagageruimte.
Automatische werking van de binnen-
verlichting (afhankelijk van de auto)
– als de portieren worden ontgrendeld
met de afstandsbediening gaat de
binnenverlichting 15 secondes bran-
den;
– als de portieren worden vergrendeld
met de afstandsbediening gaat de
binnenverlichting direct uit;
– als een portier open blijft staan (of
niet goed is gesloten) gaat de binnen-
verlichting uit na ongeveer een kwar-
tier;
– als alle portieren zijn gesloten gaat
de binnenverlichting geleidelijk uit als
het contact wordt aangezet.
2
Zonwering
Laat de zonneklep 2 zakken.