m) Gyroscoopgevoeligheidsinstelling „Gyroscope"
Dit menu is slechts beschikbaar als in het systeeminstelmenu een modelhelikopter werd geselecteerd!
Om de staart van een helikopter in de licht te stabiliseren, worden zogenaamde gyrosystemen ingezet. De aansluiting
gebeurt tussen ontvanger en hekservo. Als de staart als gevolg van een windstoot of door andere invloeden naar de
kant draait, wordt dit door de gyroscoop herkend en wordt een overeenkomstig stuurbevel tot tegensturen naar de
hekservo uitgestuurd. Bij gyroscoopsystemen die bijkomend over een regelaaringang beschikken, kunt u de afzon-
derlijke gevoeligheid voor elke vliegtoestand afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar instellen. Daarvoor moet de
regelaaringang van de gyro met kanaal 5 van de ontvanger worden verbonden.
Overige informatie hierover vindt u in de bij het betreffende gyro geleverde documentatie.
Instellen van de gyroscoopgevoeligheid:
• Schakel de zender in en roep het functie-instelmenu op.
• Beweeg met behulp van beide toetsen „UP" of „DOWN" de
cursorpijl naar het menupunt „Gyroscope".
• Druk kort op de toets „OK" om het menupunt te activeren.
Op het scherm verschijnen de huidige schakeltoestand van de
gyroscoopgevoeligheid, de vliegtoestand „Normaal" (de scha-
kelaar „SWB" moet zich daarvoor in de voorste positie bevin-
den) en de instelwaarde. De cursorpijl bij de mixerfunctie toont
dat de gyroscoopgevoeligheid nu kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
• Door aan de toetsen „UP" of „DOWN" in te drukken, kan de
gyroscoopgevoeligheid worden ingeschakeld „On" of uitge-
schakeld „Off".
• Bij het indrukken van de toets „OK" springt de cursorpijl naar
de instelwaarde voor de gyroscoopgevoeligheid.
• Door de toetsen „UP" of „DOWN" in te drukken kan de gy-
roscoopgevoeligheid voor de vliegtoestand „Normal" worden
ingesteld. Als de toets „OK" wordt ingedrukt en ingedrukt ge-
houden, worden de fabrieksparameters opgeroepen.
60
Afbeelding 52a