14.
Het functie-instelmenu „Functions setup"
In het functie-instelmenu gebeuren de specifieke instellingen
voor de respectievelijke modellen. Welke menupunten in het
functie-instelmenu beschikbaar zijn, hangt af van welk modelty-
pe in het systeeminstelmenu werd geselecteerd.
Om in het functie-instelmenu te komen drukt u op de toets „OK"
en houdt u hem ingedrukt terwijl de zender ingeschakeld is. De
bedrijfsweergave op het scherm verandert naar de menuweer-
gave. Het selectievenster rond het afstandsbedieningssymbool
toont u dat u bij deze instelling het systeeminstelmenu (system
setup) kunt oproepen.
Druk op de toets „UP" of „DOWN" zodat het selectievenster de
werktuigen omkadert.
Druk kort op de toets „OK" om naar het functie-instelmenu te
gaan.
De eerste 6 menupunten van het functie-instelmenu worden nu
op het scherm weergegeven.
De volgende instelfuncties staan in het functie-instelmenu ter beschikking:
Functie
Servolooprichtingsinstelling
Servo-einduitslaginstelling
Servoaansturing/-test
Stuurgevertoewijzing
Grondtrimming
Dualrate-/exponentiële instelling
Gascurve-instelling
Pitchbochteninstelling (uitsluitend bij heli's met pitchfunctie)
Tuimelschijvenservo-instelling
Mixerprogrammering
Deltamixer (enkel bij modelvliegtuigen)
Displayweergave
„Reverse"
„End points"
„Display"
„Aux. channels"
„Subtrim"
„Dual rate/exp."
„Throttle Curve"
„Pitch Curve"
„Swash AFR"
„Mix"
„Elevon"
Afbeelding 34
Æ
39