Servo-aanstuurfrequentie „Servos Freq"
Analoge servo's worden 50 keer per seconde door de ontvanger met een aanstuurimpuls verzorgd. Digitale servo's
daarentegen kunnen wezenlijk vaker worden aangestuurd. Daardoor zijn ze in staat hoge stel- en houdkrachten te
ontwikkelen en daarbij zeer snel in de voorgegeven posities te lopen. Welke aanstuurfrequentie een servo verdraagt,
vindt u in de technische gegevensbladen van de afzonderlijke servo's.
Om de servo-aanstuurfrequentie in te stellen, gaat u als volgt te werk:
• Roep het „RX Setup"-menu op.
• Met de toetsen „UP" of „DOWN" kan het menupunt „Servos
Freq" worden gemarkeerd en met de toets „OK" geactiveerd.
• Met de toetsen „UP" of „DOWN" kan nu de gewenste servo-
aanstuurfrequentie worden ingesteld. Als de toets „OK" wordt
ingedrukt en ingedrukt gehouden, worden de fabrieksparame-
ters opgeroepen.
• Houd de toets „CANCEL" langer ingedrukt om de ingestelde
servo-aanstuurfrequentie op te slaan. Op het scherm wordt
aansluitend opnieuw het „RX Setup"-menu weergegeven.
• Druk op de toets „CANCEL" tot u opnieuw op de bedrijfsweer-
gave komt.
Let op, belangrijk!
Bij gebruik van analoge servo's mag de servo-aan-
stuurfrequentie niet hoger zijn dan 50 Hz aangezien
de servo's anders worden vernietigd. Als u uitsluitend
digitale servo's aan de ontvanger gebruikt, richt de in
te stellen waarde zich naar de maximumwaarde van
de langzame servo aangezien de ingestelde waarde
voor alle ontvangeruitgangen actief is.
Afbeelding 26
31