• Bij het opnieuw indrukken van de toets „OK" springt de cursor-
pijl naar de positieve mengwaarde.
• Sla de stuurgever van het masterkanaal aan een zijde tot aan
de aanslag uit. Door de toetsen „UP" of „DOWN" in te drukken
kan de uitslagwaarde van de slaveservo afzonderlijk worden
ingesteld. Als de toets „OK" wordt ingedrukt en ingedrukt ge-
houden, worden de fabrieksparameters opgeroepen.
Als de slaveservo niet op de wijzigingen van de in-
stelwaarde reageert, slaat u de stuurgever van het
masterkanaal aan de andere zijde tot aan de aans-
lag uit. Als de slaveservo dezelfde uitslagweg als de
masterservo moet uitwijzen, moet hier een waarde
van 100% worden ingesteld. Bij de instelling van een
negatieve %-waarde, verandert de looprichting van de
slaveservo.
• Druk opnieuw op het toets „OK" zodat de cursorpijl naar de
negatieve mengwaarde verandert.
• Sla de stuurgever van het masterkanaal nu aan de andere
zijde tot aan de aanslag uit. De instelling gebeurt volgens het-
zelfde schema als bij een positieve mixwaarde.
• Druk opnieuw op de toets „OK" zodat de cursorpijl naar de
offsetwaarde verandert. Door de toetsen „UP" of „DOWN" in
te drukken kan de benodigde offsetwaarde (zie volgende ver-
klaring) worden ingesteld. Als de toets „OK" wordt ingedrukt
en ingedrukt gehouden, worden de fabrieksparameters opge-
roepen.
• Houd de toets „CANCEL" langer ingedrukt om de instellingen
op te slaan. Op het scherm wordt aansluitend opnieuw het
functie-instelmenu weergegeven.
• Druk op de toets „CANCEL" tot u opnieuw op de bedrijfsweer-
gave komt.
54
Afbeelding 46