12.
Afstandsbediening programmeren
Uw afstandsbediening biedt u een systeeminstelmenu „System
setup" en een functie-instelmenu „Functions setup" met telkens
verschillende menupunten die eveneens een veelvoud aan on-
dergeschikte instelmogelijkheden bevatten, voor de optimale
aanpassing aan uw model.
Naargelang het modeltype (modelhelikopter of -vliegtuig) dat u
in het systeeminstelmenu hebt ingesteld, onderscheiden zich de
respectievelijke instelmogelijkheden in het functie-instelmenu.
De wijzigingen van de respectievelijke instellingen gebeuren
met behulp van de vier programmeertoetsen (zie ook afbeelding
1, pos. 9, 10, 14 en 15).
De instellingen worden voortdurend opgeslagen en blijven ook
bij het vervangen van de batterijen behouden.
De functies van de bedienelementen:
• Toets „OK"
Om de programmeermenu's op te roepen, drukt u bij ingeschakelde zender kort op de toets „OK". De bedrijfsweer-
gave op het scherm verandert naar de menuweergave en de zender gaat over naar de programmeermodus. Bo-
vendien kunnen met deze toets geselecteerde instellingen geactiveerd worden. Als de toets langer wordt ingedrukt,
worden de in de menupunten verklaarde fabrieksinstellingen opgeroepen.
• Toets „CANCEL"
Met deze toets kan het huidig geselecteerde menu of submenu opnieuw worden verlaten. Bij elke korte druk op de
toets gaat u telkens één menustap terug tot u uiteindelijk opnieuw tot de gebruiksweergave komt. Als de toets langer
wordt ingedrukt, worden de gewijzigde instelwaarden opgeslagen.
• Toetsen „UP" en „DOWN"
Met beide toetsen kan het gewenste menu/submenu worden geselecteerd of kunnen instelwaarden worden veran-
derd.
Bij elke toegelaten druk op de knop geeft de zender een korte pieptoon.
Afbeelding 14
19