*
Bij een elektromodel met elektronische rijregelaar is een aparte ontvangeraccu alleen nodig als de gebruikte
motor-/vliegregelaar geen BEC-schakeling heeft. Nadere informatie leest u in de technische documentatie van de
regelaar.
Kanalen 5 en 6 kunnen naargelang het model verschillend wor-
den ingericht. De mogelijkheid bestaat ook om twee servo's via
een V-kabel aan een ontvangeruitgang te bedienen.
Een mogelijke opstelling, resp. verdeling van de stuurkanalen
vindt u in de nevenstaande schetsen in afbeelding 9.
Als een model vb. met twee rolroerservo's is uitgerust, kan de
tweede servo aan een nog niet bezette ontvangeruitgang wor-
den aangesloten. De aansturing gebeurt dan via een van de drie
vrij programmeerbare mixers.
Meer informatie over de servoaansluiting en mixfuncties vindt u
in het volgende hoofdstuk (programmeren van de afstandsbe-
dieningszender) bij de respectievelijke functies.
Belangrijk!
Bij het uittrekken van de connectoren verdient het aanbeveling een pincet of bekkentang te gebruiken. Om
kabelbreuken te vermijden moet u steeds aan de kunststof behuizing trekken en nooit aan de kabel als u
een verbinding los wilt maken.
b) LED-indicator
De ontvanger beschikt langs een zijde (zie afbeelding 8, pos. 2) over een LED-indicator die in eerste instantie dient
als indicator voor de ontvangertoestand.
De LED licht bij het gebruik van de ontvanger alleen op als de zender is ingeschakeld en met de ontvanger is verbon-
den. Als de ontvanger geen geldig zendersignaal herkend, knippert de LED. Meer informatie over de zenderkoppeling
vindt u in het hoofdstuk Bindingsfunctie terug.
16
Afbeelding 9