Ontvangerspanning „RX Battery"
Afhankelijk van de gebruikte ontvangerspanningsverzorging kunnen in dit menu de spanningswaarden worden in-
gesteld waarbij de afstandsbediening een dreigende diepontlading van een ontvangeraccu optisch en akoestisch
weergeeft.
Om de ontvangerspanningen in te stellen, gaat u als volgt te werk:
• Roep het „RX Setup"-menu op.
• Met de toetsen „UP" of „DOWN" kan het menupunt „RX Batte-
ry" worden gemarkeerd en met de toets „OK" geactiveerd.
• Met de toetsen „UP" of „DOWN" kan nu de laagste spannings-
waarde „Low" die reeds met een cursorpijl is gemarkeerd,
worden ingesteld. Als de toets „OK" wordt ingedrukt en inge-
drukt gehouden, worden de fabrieksparameters opgeroepen.
• Druk kort op de toets „OK" zodat naar de volgende hogere
spanningswaarde „Alarm" wordt omgeschakeld. De instelling
gebeurt opnieuw met de knoppen „UP" of „DOWN".
• Met de toets „OK" schakelt u naar de spanningswaarde bij een
volledig opgeladen accu „High" om en stelt u ook opnieuw de
benodigde waarde met de toetsen „UP" of „DOWN" in.
• Houd de toets „CANCEL" langer ingedrukt om de ingestelde
spanningswaarde op te slaan. Op het scherm wordt aanslui-
tend opnieuw het systeeminstelmenu weergegeven.
• Druk op de toets „CANCEL" tot u opnieuw op de bedrijfsweer-
gave komt.
Aangezien de instelbare spanningswaarden van elk-
aar afhankelijk zijn, kan het soms nodig zijn om eerst
de spanningswaarde voor een volledig opgeladen
accu te verhogen om dan vervolgens ook hogere
alarmwaarden te kunnen invoeren.
Als de ingestelde grenswaarden worden onderschre-
den, knippert bij gebruik van de afstandsbediening het
batterijsymbool voor de ontvangeraccu op het scherm
en de afstandsbedieningszender geeft waarschu-
wings- of alarmtonen weer.
28
Afbeelding 23