Algemene informatie
De bedieningsknoppen voor het schuifdak zit-
ten aan het plafond. U kunt het schuifdak ver-
ticaal openkantelen en horizontaal openschui-
ven. Het schuifdak is alleen te openen in
contactslotstand I of II staat.
Horizontaal openschuiven
Horizontaal openschuiven, achteruit/vooruit
Openen, automatisch
Openen, handmatig
Sluiten, handmatig
Sluiten, automatisch
Openen
Trek de bedieningsknop naar achteren stand
in stand
en laat de knop vervolgens los om
het schuifdak zo ver mogelijk open te
schuiven.
U kunt het schuifdak handmatig openen door
de bedieningsknop achteruit naar het
weerstandspunt
te trekken. Het schuifdak
schuift steeds verder open zolang u de knop
in deze stand vasthoudt.
Sluiten
U kunt het schuifdak handmatig sluiten door
de bedieningsknop vooruit naar het
weerstandspunt
te duwen. Het schuifdak
schuift steeds verder dicht zolang u de knop in
deze stand vasthoudt.
WAARSCHUWING
De beveiliging tegen overbelasting van het
schuifdak werkt alleen bij automatisch slui-
ten, niet bij handmatig sluiten. Zorg dat nie-
mand met de handen bekneld raakt bij het
sluiten van het schuifdak.
Het schuifdak gaat automatisch dicht, wan-
neer u de knop in stand
duwt en vervol-
gens loslaat.
03 Bestuurdersmilieu
Elektrisch bedienbaar schuifdak*
Wanneer u de transpondersleutel uit het con-
tactslot neemt, wordt de spanning van het
schuifdak verbroken.
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto zitten:
Let er bij het verlaten van de auto op dat u
de stroomtoevoer naar het schuifdak ver-
breekt door de transpondersleutel uit te
nemen.
03
79