05 Tijdens het rijden
Rijden met een aanhanger
Algemene informatie
Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd,
wordt de auto compleet aangeleverd met de
benodigde randuitrusting voor het gebruik van
een aanhanger.
• De trekhaak van de auto moet van een
goedgekeurd type zijn.
• Bij montage achteraf moet u contact opne-
men met uw Volvo-dealer om te controle-
ren of uw auto van de nodige uitrusting is
voorzien om met een aanhanger te kunnen
rijden.
• Verdeel de lading in de aanhanger dusda-
nig dat de druk op de trekhaak de maxima-
le kogeldruk niet overschrijdt.
05
• Verhoog de bandenspanning tot de aanbe-
volen druk bij maximale belading. Zie
pagina 207 voor de positie van de banden-
spanningstabel.
• Maak de trekhaak regelmatig schoon en vet
de kogel van tijd tot tijd in.
• Rijd niet met een zware aanhanger, wan-
neer de auto nog helemaal nieuw is. Wacht
hiermee totdat de auto ten minste
1000 kilometer heeft gereden.
• Bij het afdalen op lange en steile hellingen
worden de remmen veel zwaarder belast
dan normaal. Schakel dan terug naar een
lagere versnelling en pas uw snelheid aan.
• Bij het gebruik van een aanhanger wordt de
motor zwaarder belast dan normaal.
162
• Wanneer de auto bij warm weer zwaar
belast wordt, kan de motor oververhit ra-
ken. Als de temperatuur in het koelsysteem
van de motor te hoog oploopt, gaat het
waarschuwingslampje branden en ver-
schijnt de melding
Motortemp. hoog Stop
auto
z.s.m.. Breng de auto in dat geval op
een veilige manier tot stilstand en laat de
motor enkele minuten stationair lopen
zodat deze kan afkoelen.
Als de melding
Motortemp. hoog Zet
motor af
of
Koelvl.peil laag Zet motor af
verschijnt, dient u nadat de auto tot stil-
stand is gekomen ook de motor af te
zetten.
• De automatische versnellingsbak is voor-
zien van een ingebouwde beveiliging die bij
oververhitting in werking treedt. Als de tem-
peratuur in de versnellingsbak te hoog op-
loopt, gaat het waarschuwingslampje
branden en verschijnt de melding
sn.bak heet Rijd langzamer
heet Stop auto z.s.m.
op het informatie-
display.
Volg in dat geval het advies op en matig uw
snelheid of breng de auto op een veilige
plek tot stilstand om de motor enkele minu-
ten stationair te laten lopen zodat de ver-
snellingsbak kan afkoelen.
Bij oververhitting is het mogelijk dat de
airconditioning tijdelijk wordt
uitgeschakeld.
• Rijd om veiligheidsredenen niet sneller dan
80 km/h, ook al staat de wetgeving in
bepaalde landen een hogere snelheid toe.
• Zet de keuzehendel in de parkeerstand P ,
wanneer u een automaat met aanhanger
parkeert. Gebruik altijd de parkeerrem. Ge-
bruik wielblokken, als u een auto met aan-
hanger op een steile helling parkeert.
Trekhaakbedrading
Als de trekhaak van de auto een 13-polig elek-
trisch contact heeft en de aanhanger een
7-polig contact, hebt u een adapter nodig.
Gebruik een door Volvo goedgekeurde adap-
terkabel. Zorg dat de kabel niet over de grond
sleept.
Richtingaanwijzers aanhanger
Het lampje op het instrumentenpaneel knip-
pert wanneer u de richtingaanwijzers gebruikt
Ver-
met een aanhanger achter de auto. Als het
of
Versn.bak
lampje sneller knippert dan normaal is een van
de richtingaanwijzers op de auto of op de aan-
hangwagen kapot (zie pagina 55).
Automatische versnellingsbak
Op een helling parkeren
1. Zet de parkeerrem (handrem) aan.
2. Zet de keuzehendel in stand P .
Op een helling wegrijden
1. Zet de keuzehendel in stand D .
2. Haal de auto van de parkeerrem
(handrem).