3. Plaats wielblokken voor en achter de
wielen die op de grond blijven staan.
Gebruik daarvoor grote houten blokken
of grote stenen.
4. (Voor auto's met stalen velgen) Wrik de
wieldop los met het uiteinde van een
wielsleutel of trek hem met de hand los.
5. Draai de wielbouten ½–1 slag linksom los
met de wielsleutel.
6. Er zitten twee kriksteunpunten aan
weerszijden van de auto. Draai de voet
van de krik met de slinger zo ver omlaag
dat de voet plat tegen de grond aankomt.
Controleer of de krik goed aan het krik-
steunpunt bevestigd is (zie afbeelding) en
zorg dat de voet recht onder het steun-
punt zit.
7. Breng de auto zo ver omhoog dat het
wiel van de grond komt. Verwijder de
wielbouten en til het wiel eraf.
Aanbrengen
1. Reinig de contactvlakken op het wiel en de
naaf.
2. Breng het wiel aan. Breng de wielbouten
aan.
3. Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel
niet meer ongehinderd kan draaien.
4. Draai de wielbouten kruiselings vast. Het
is belangrijk dat u de wielbouten stevig
aanhaalt. Haal ze aan met 140 Nm. Con-
troleer het aanhaalmoment met een mo-
mentsleutel.
5. Breng de wieldop aan (bij auto's met
stalen velgen).
06 Onderhoud en specificaties
N.B.
De ventieluitsparing in de wieldop bij het
monteren aanbrengen over het ventiel in de
velg.
WAARSCHUWING
Kruip nooit onder de auto als deze op de
krik staat.
Laat eventuele passagiers uit de auto stap-
pen, voordat u de auto opkrikt.
Parkeer de auto dusdanig dat de auto en
liever nog een vangrail u en eventuele uitge-
stapte passagiers afschermen van het ver-
keer op de rijbaan.
Wielen en banden
06
195