Het is niet mogelijk de parkeerhulp te combi-
neren met verstralers, omdat de sensoren op
de verstralers reageren.
Aanduiding voor systeemstoringen
Als het informatiesymbool continu brandt en
Park Assist Service vereist
op het informa-
tiedisplay verschijnt, is de parkeerhulp defect.
BELANGRIJK
In bepaalde omstandigheden kan het par-
keerhulpsysteem ten onrechte waarschu-
wingssignalen afgeven. Dit komt door
externe geluidsbronnen met ultrasone ge-
luidssignalen van dezelfde frequentie als de
sensoren van het systeem. Voorbeelden
van dergelijke geluidsbronnen zijn onder
meer claxons, natte banden op asfaltwe-
gen, luchtdrukremmen en uitlaten van mo-
torfietsen.
Activeren/deactiveren
U kunt de parkeerhulp uitschakelen met de
knop op het schakelaarpaneel, waarna het
lampje in de knop dooft. Wanneer u nogmaals
op de knop drukt, wordt de parkeerhulp op-
nieuw geactiveerd zodat het lampje gaat bran-
den.
N.B.
De parkeerhulp aan de voorzijde wordt au-
tomatisch uitgeschakeld bij het aanzetten
van de parkeerrem.
04 Comfort en rijplezier
Parkeerhulp*
Sensoren schoonmaken
De sensoren werken alleen naar behoren,
wanneer u ze regelmatig schoonmaakt. Reinig
ze met water en autoshampoo.
Sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ten on-
rechte aanleiding geven tot waarschuwings-
signalen.
04
131