01 Veiligheid
Kinderen en veiligheid
01
Algemene informatie
De plaats van het kind in de auto en de vereis-
te uitrusting zijn afhankelijk van het gewicht en
de lengte van het kind (zie pagina 27 voor
meer informatie).
N.B.
De wettelijke bepalingen voor het vervoer
van kinderen in de auto verschillen van land
tot land.
Ongeacht leeftijd en lengte moeten kinderen
altijd met de gordel goed om in de auto zitten.
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot
zitten.
De veiligheidsuitrusting voor kinderen die Vol-
vo biedt, is afgestemd op het gebruik in uw
auto. Door het gebruik van originele Volvo-
onderdelen bent u er zeker van dat de bevesti-
gingspunten en bevestigingsonderdelen op de
juiste wijze zijn aangebracht en sterk genoeg
zijn.
26
Kinderzitjes
Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde-
ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig
door Volvo getest is.
Bij gebruik van andere op de markt verkrijgba-
re kinderveiligheidsproducten is het van be-
lang dat u de bijgeleverde montage-instructies
zorgvuldig doorleest en nauwkeurig opvolgt.
Zet de bevestigingsbanden van het kinderzitje
nooit vast aan de hendel waarmee u de voor-
stoel in de lengterichting verstelt of aan veren,
rails of balken onder de stoel. Door scherpe
randen kunnen de bevestigingsbanden be-
schadigd raken.
Laat de rugleuning van het kinderzitje tegen
het dashboard steunen. Dit geldt voor auto's
zonder airbag aan de passagierszijde of au-
to's waarvan de passagiersairbag is gedeacti-
veerd.
WAARSCHUWING
Plaats nooit een kinderzitje op de voorstoel,
als de auto is uitgerust met een geactiveer-
de airbag aan de passagierszijde. Bij pro-
blemen tijdens de montage van
kinderveiligheidsproducten kunt u contact
opnemen met de fabrikant voor nadere in-
structies.
Positie van kinderzitjes
Het volgende kan worden gebruikt:
• een kinderzitje/verhogingskussen op de
passagiersstoel, zolang de airbag aan de
passagierszijde gedeactiveerd is;
• een achterstevoren gemonteerd kinderzitje
op de achterbank dat tegen de rugleuning
van de voorstoel steunt.
Kinderzitjes en geactiveerde airbags gaan niet
samen.
Plaats een kind altijd op de achterbank als de
airbag aan de passagierszijde geactiveerd is.
Als de airbag wordt geactiveerd, kan een kind
in een kinderzitje aan de passagierszijde ern-
stig letsel oplopen.
WAARSCHUWING
Personen kleiner dan 1,40 m mogen alleen
op de voorstoel plaatsnemen, wanneer de
airbag aan de passagierszijde gedeacti-
veerd is.