Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Volvo S80 2006 Instructieboekje pagina 105

Verberg thumbnails Zie ook voor S80 2006:
Inhoudsopgave

Advertenties

04 Comfort en rijplezier
Klimaatregeling
Ontwaseming
U gebruikt de ontwaseming
om de voorruit en de zijrui-
ten snel te ontwasemen en
te ontdooien. De ventilator
draait dan op hoge snelheid
en stuurt lucht naar de rui-
ten. Het lampje in de ontwa-
semingsknop brandt, wanneer de functie is in-
geschakeld.
Bij activering van deze functie vindt bovendien
04
het volgende plaats om de lucht in het interi-
eur zo veel mogelijk van vocht te ontdoen:
• de airconditioning (A/C) wordt automatisch
ingeschakeld
• de recirculatie wordt automatisch uitge-
schakeld
Bij het uitschakelen van de ontwaseming her-
vat de klimaatregeling de voorgaande instel-
lingen.
Recirculatie/Interior Air Quality System
Recirculatie
Wanneer de recirculatie ac-
tief is, brandt het oranje
lampje rechts in de knop. U
kunt deze functie inschake-
len als u vieze lucht, uitlaat-
gassen en dergelijke buiten
wilt houden. De lucht in de
104
passagiersruimte wordt dan gerecirculeerd. Er
komt met andere woorden geen lucht van bui-
ten de auto in, wanneer deze functie actief is.
Als de lucht in de auto te lang recirculeert, kan
de binnenzijde van de ruiten beslaan.
Timer
Bij een geactiveerde timerfunctie zal de kli-
maatregeling afhankelijk van de buitentempe-
ratuur na een bepaalde tijd de handmatig ge-
activeerde recirculatiestand verlaten. Dit be-
perkt de kans op ijs, beslagen ruiten en een
slechte luchtkwaliteit. U kunt de functie acti-
veren/deactiveren onder
Klimaatinstellin-
gen
Timer
recirculatie. Zie pagina 94
voor een beschrijving van het menusysteem.
N.B.
Wanneer u de ontwaseming selecteert,
wordt de recirculatie altijd uitgeschakeld.
Interior Air Quality System*
Het Interior Air Quality Sys-
tem ontdoet de binnenko-
mende lucht van gassen en
stofdeeltjes om zo hinderlij-
ke geurtjes en verontreini-
gingen in de passagiers-
ruimte te beperken. Als de
Air Quality Sensor een verhoogde concentra-
tie van verontreinigingen in de buitenlucht
meet, wordt de luchtinlaat afgesloten waarna
de lucht in de passagiersruimte wordt gerecir-
culeerd. Wanneer u de knop AUTO hebt inge-
drukt, is de Air Quality Sensor altijd ingescha-
keld.
Air Quality Sensor activeren
Selecteer een van de drie
functies door verschillende
malen op de knop te druk-
ken.
•Het oranje lampje links
brandt – de Air Quality Sen-
sor is uitgeschakeld.
• Het groene lampje in het midden brandt –
de recirculatie is niet actief (tenzij dit nodig
is voor koeling bij warm weer).
• Het oranje lampje rechts brandt – de recir-
culatie is ingeschakeld.
N.B.
Voor optimale kwaliteit van de lucht in de
passagiersruimte dient u de Air Quality Sen-
sor ingeschakeld te houden.
Bij koud weer gelden er beperkingen voor de
recirculatiefunctie om te voorkomen dat de
ruiten beslaan.
Als de ruiten toch beslaan, moet u de Air
Quality Sensor uitschakelen en alle ruiten
(voorruit, zijruiten en achteruit) ontwasemen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave