Veiligheidsgordel en zwangerschap
Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk dat
u de veiligheidsgordel altijd op de juiste ma-
nier draagt. De veiligheidsgordel moet strak
langs de schouder lopen, waarbij het diagona-
le deel van de veiligheidsgordel tussen de bor-
sten en tegen de zijkant van de buik ligt. Het
heupgedeelte van de veiligheidsgordel moet
vlak tegen de buitenkant van de bovenbenen
liggen en zo ver mogelijk onder de buik liggen.
Het mag nooit over de buik omhoog kunnen
glijden. De veiligheidsgordel moet zo strak
mogelijk over het lichaam lopen zonder onno-
dige speling. Controleer ook of de veiligheids-
gordel nergens gedraaid zit.
Naarmate de zwangerschap vordert moeten
zwangere bestuurders de stoel en het stuur
dusdanig verstellen dat ze de auto volledig
onder controle hebben (wat inhoudt dat ze
met gemak bij het stuur en de pedalen moeten
kunnen komen). Streef ernaar de afstand tus-
sen de buik en het stuur zo groot mogelijk te
maken.
01 Veiligheid
Inzittendenbeveiliging
1
Gordelwaarschuwing
Er gaan waarschuwingslampjes branden en er
worden geluidssignalen afgegeven wanneer
iemand de veiligheidsgordel niet draagt. Of er
geluidssignalen klinken, hangt af van de snel-
heid. De waarschuwingslampjes zitten in de
plafondconsole en op het instrumentenpa-
neel. Op lage snelheden klinkt er 6 seconden
lang een geluidssignaal.
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet
voor kinderzitjes.
Achterbank
De functie van de gordelwaarschuwing voor
de achterbank is tweeledig:
• Aangeven welke veiligheidsgordels van de
achterbank er worden gebruikt. Dit gebeurt
1
Bepaalde markten
01
13