GESELECTEERDE FUNCTIE - VOORINSTELLING
1
1. Functie VOORINSTELLING 1
2. Nummer VTS-instelling
3. VTS-standindicator op instelling 1
(boeg omlaag)
6. Druk op de SET-knop om
VOORINSTELLING 1 op te slaan
en VOORINSTELLING 2 weer
te geven.
7. Druk de knop VTS OM-
HOOG/OMLAAG in om de
VOORINSTELLING 2 VTS-stand
te veranderen. De meter geeft
instellingen 1 tot 9 weer op het
digitale scherm boven VOORIN-
STELLING 2.
8. Druk tweemaal op de SET-knop
om de instellingen op te slaan
en terug te keren naar het
hoofdscherm.
Het VTS-systeem vergelijkt de
voorgeprogrammeerde, opgeslagen
trimstanden en kent de hoogste
stand toe aan de knop OMHOOG
(boeg omhoog) en de laagste aan
de knop OMLAAG (boeg omlaag).
Als de beide trimstanden identiek
zijn, hebben de twee knoppen de-
zelfde triminstelling.
VTS trimmen met de
MODE/SET-knoppen
(Modus/Instelling)
Terwijl de motor in vooruit draait,
gaat u als volgt te werk:
BEDIENINGSINSTRUCTIES
1. Druk op de MODE-knop (Mo-
dus) om de VTS-functie op de
multifunctionele display weer
te geven.
2. Druk op de knop OMHOOG/OM-
LAAG rechts op het stuur om
de VTS-instelling te wijzigen.
GESELECTEERDE FUNCTIE - VTS
1. VTS-melding
2. Nummer VTS-instelling
3. Controleer of de VTS werkt door
te kijken of de VTS-standindica-
tor op het informatiecentrum
beweegt.
4. Druk tweemaal op de SET-knop
(instelling) om de gewenste in-
stellingen op te slaan en terug
te keren naar het hoofdscherm.
OPMERKING: De beschikbare
VTS-instellingen liggen tussen 1 en
5.
OPMERKING: Het VTS-systeem
kan niet volledig worden getest als
de motor niet in vooruit draait. Als
de motor niet in vooruit draait, ver-
andert alleen de VTS-aanduiding als
de VTS-schakelaars worden inge-
drukt. De stand van de straalbuis
verandert dan niet.
83