BEDIENINGSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Als de waterstroming 14 km/h
of meer is, kan de achteruit niet
worden ingeschakeld als de
snelheidsdrempel voor achter-
uit wordt overschreden.
Om in achteruit te schakelen, moet
de iBR-hendel links op het stuur
voor minstens 25% van het bewe-
gingsbereik van de hendel worden
ingetrokken.
TYPISCH - iBR-HENDEL
1. iBR-hendel
2. Hendel in losgelaten stand
3. Stand op ongeveer 25 %
4. Gebruiksbereik
Als de iBR-hendel in achteruit
wordt gebruikt, kan de gashendel
worden gebruikt om het motortoe-
rental - en dus de ontwikkelde
achterwaartse stuwkracht - te rege-
len.
Door zowel de iBR-hendel als de
gashendel gelijktijdig bij te stellen,
kunt u de achterwaartse stuw-
kracht nauwkeurig regelen. Een te
hoog toerental veroorzaakt water-
turbulentie en heeft een negatieve
weerslag op het achteruit varen.
OPMERKING: Het motorvermogen
zal telkens afnemen tot stationair
wanneer de positie van de iBR-
hendel wordt veranderd.
Laat de iBR-hendel los om de wer-
king in achteruit stop te zetten.
76
Om de achterwaartse beweging te
doen stoppen na het loslaten van
de iBR-hendel, moet u voldoende
gas geven.
WAARSCHUWING
De remfunctie heeft geen effect
op bewegingen in achteruit.
In achteruit is het beschikbare mo-
torvermogen beperkt, zodat de
achterwaartse snelheid ook beperkt
is.
WAARSCHUWING
Vaar enkel traag achteruit en
dan zo kort mogelijk. Kijk altijd
goed of er geen voorwerpen of
personen achter het vaartuig
zijn.
Bij varen in achteruit moet u het
stuur in de omgekeerde richting
draaien als die waarin u de achter-
kant van de waterscooter wilt be-
wegen.
Om de achterkant van de water-
scooter bijvoorbeeld naar bakboord
(links) te sturen, draait u het stuur
naar stuurboord (rechts).