ONDERHOUDSPROCEDURES
OPMERKING: U kunt een optione-
le snelkoppelingadapter en slang-
koppeling gebruiken (Stuknr. 295
500 473). U hebt geen slangklem
nodig om de motor te spoelen.
SNELKOPPELINGADAPTER
TYPISCH
1. Slangadapter (optie, niet verplicht)
2. Snelkoppeling (optie, niet verplicht)
3. Tuinslang
Om te spoelen start u de motor en
opent u onmiddellijk de waterkraan.
OPMERKING: De waterdruk moet
genoeg zijn om water uit de rech-
terspoelaansluiting te laten komen.
LET OP Sommige onderdelen
in het motorcompartiment kunnen
erg heet zijn. Rechtstreeks contact
kan tot brandwonden leiden. Raak
geen elektrische onderdelen of
delen van het aandrijfsysteem aan
terwijl de motor draait.
OPMERKING
hete motor. Start de motor altijd
voordat u de waterkraan opent.
Open de waterkraan onmiddellijk
106
Spoel nooit een
nadat u de motor hebt gestart
om oververhitting te voorkomen.
Laat het water ongeveer 1 minuut
door het uitlaatsysteem circuleren.
OPMERKING
De motor mag niet
langer dan 30 seconden zonder
watertoevoer werken. Het kan
nodig zijn de motor te stoppen.
Controleer of er water uit de jet-
pomp stroomt terwijl u spoelt.
Raadpleeg anders een erkende
Sea-Doo dealer voor service.
OPMERKING
nooit langer dan 2 minuten
draaien. De pakking van de aan-
drijflijn wordt niet gekoeld wan-
neer de waterscooter uit het wa-
ter is.
Sluit de waterkraan.
Verwijder de tuinslang van het
vaartuig.
Schakel de richting van de motor
snel
3-5
keer
5.000 TPM.
Stop de motor.
OPMERKING
kraan altijd dicht voordat u de
motor stopt.
OPMERKING
Verwijder de snel-
koppelingadapter na het spoelen
(indien gebruikt).
OPMERKING: Herhaal de spoelpro-
cedure aan de stuurboordzijde van
de boeg als het vaartuig is gebruikt
in water met lange verontreinigin-
gen, zoals planten, algen, zeewier.
Tijdens het spoelen aan de rechter-
kant zorgt u ervoor dat de water-
druk hoog genoeg is om water
langs de overstroomaansluiting van
de intercooler te laten komen.
Laat de motor
om
bij
circa
Draai de water-