5.4.5
Deceleratie Helling [314]
Stelt het type acceleratieverloop in. Fig. 43.
314 Dec
Stp A:
Fabrieksinst.: Lineair
Keuze:
Lineair, S-Curve
Lineair
Lineair acceleratieverloop
S-Curve
S-vormige acceleratieverloop
f
S-Curve
(06-F09)
Fig. 43 Deceleratieverloop volgens een S-curve.
LET OP! De vensters [311] tot [314] zijn alleen zichtbaar
als Aandrijf Mode = Toerental of V/Hz [211] (zie § 5.3.2,
pag. 32).
5.4.6
Startmode [315]
Stelt het startgedrag van de motor in als er een run
commando wordt gegeven.
315 Startmode
Stp A: NormaalDC
Fabrieksinst.: Normaal DC
Keuze:
Normaal DC, Snel
Laat de motor met max. koppel star-
ten zonder te 'trippen' op over-
stroom. Na een Run commando zal
de motor eerst worden gemagneti-
seerd en wordt de rotorweerstand
gemeten. Dit duurt ongeveer 500 ms
Normaal DC
(afhankelijk van de motortijdcon-
stante en het vermogen van de motor
kan het maximaal 1,3 s duren voor-
dat de motor begint te draaien). Dit
zorgt voor een betere besturing van
de motor bij het starten.
De motorflux neemt geleidelijk toe.
De motor begint onmiddellijk nadat
Snel
het Run commando gegeven is, te
draaien.
40
FUNCTIEBESCHRIJVING VAN HET MENU SET-UP
Helling
*
Lineair
t
*
5.4.7
Stopmode [316]
Stelt de wijze van stoppen van de motor in als er een
stop commando wordt gegeven.
316 Stopmode
Stp A:
Fabrieksinst.: Decel
Keuze:
Decel, Afbreken
De motor vertraagt naar 0 rpm vol-
Decel
gens de ingestelde deceleratietijd.
De motor loopt op natuurlijke wijze in
Afbreken
vrijloop naar 0 rpm
5.4.8
Rem los tijd [317]
Deze Rem los tijd compenseert de tijd die nodig is om
een mechanische rem los te laten. Alleen geldig als de
Start Mode = Normaal DC (zie § 5.4.6, pag. 40).
317 Rem los
Stp A:
Fabrieksinst.: 0,00s
Bereik:
0,00 - 3,00s
Fig. 42 toont de verhouding tussen de volgende vier
remfuncties:
- Rem los tijd [317]
- Rem inschakeltijd [318]
- Rem wachttijd [319]
- Starttoerental [32I].
- De juiste tijdinstelling hangt af van de maximumlast
en de eigenschappen van de mechanische rem. Tijdens
de remvrijlaat los tijd kan een extra houdkoppel wor-
den toegepast door een referentiewaarde voor het start-
toerental in te stellen met behulp van de functie
Starttoerental [32I] (zie § 5.4.26, blz. 42).
*
Decel
*
0.00s