4.4
Gebruik van het geheugen van
het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel (afgekort: BP) heeft twee geheu-
genbanken genaamd Geheugen1 en Geheugen2. Nor-
maal gesproken zullen alle instellingen, bij het uitzetten
worden opgeslagen in een EEPROM op de control-
print van de regelaar.
De geheugenbanken in het BP worden gebruikt om
de instellingen van een individuele regelaar via het BP
naar andere frequentieregelaars te kopiëren.
Het BP moet worden afgekoppeld van de oorspron-
kelijke (bron-)regelaar en dan worden aangesloten op
de doelregelaar. Dit kan het beste worden gedaan met
de optie HCP of ECP (zie § 7.2, pag. 77). De geheu-
genbanken kunnen tevens worden gebruikt als tijde-
lijke opslagruimte voor een specifieke instelling van de
regelaar.
De instellingen kunnen gekopieerd worden op twee
niveaus:
•
Alle instellingen
Dit laadcommando kopieert of laadt alle instellin-
gen binnen het gehele Set up Menu, dus ook
Motor Data, Algemeen enz. Dit vindt plaats met
behulp van de functies Kopie > BP [236] en BP>
Instell [239]. Zie § 5.3.22, pag. 37 en § 5.3.25, pag.
37.
•
Alleen Parameter Sets
Met de functie BP>Alle Sets (237) wordt alleen de
inhoud van het submenu Parameter Sets [300] gela-
den. Met de functie BP>Act Set [238] wordt alleen
de inhoud van de actieve Parameter Set geladen.
Zie § 5.3.24, pag. 37 en § 5.4, pag. 39.
Fig. 32 en Fig. 33 tonen de opties voor het kopiëren en
het verplaatsen van de instellingen van en naar de
geheugens.
Regelaar
Fig. 32 Kopiëren: -Alle Instellingen
Regelaar
Fig. 33 Laden: - Alle Instellingen
- Alle Parameter Sets
- Actieve Parameter Set
30
BEDIENING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR
GEHEUGEN 1
Bedieningspaneel
GEHEUGEN 2
GEHEUGEN 1
Bedieningspaneel
GEHEUGEN 2