3.3
Netspanning en motor-
aansluitingen
Fig. 5 toont de plaatsen van de netspanningsconnecto-
ren en de motorconnectoren. Voor de bouwgrootten
018 tot 175 (VFX) kan het voorpaneel geopend wor-
den met de meegeleverde sleutel. Het voorpaneel is aan
één kant scharnierend. Het voorpaneel van de bouw-
grootten 004 tot 016 (VFB) wordt bevestigd met 2
schroeven aan de onderzijde van de regelaar. Nadat
deze losgeschroefd zijn, kan het voorpaneel gemakke-
lijk weggenomen worden door het naar boven te
duwen.
L1
L2 L3 PE
Fig. 5
Netspannings- en motoraansluitingen 004 tot 016 en
018 tot 037.
(optie)
L1
L2 L3 PE
Fig. 6
Netspannings- en motoraansluitingen (046 tot 749).
WAARSCHUWING! Om veilig te werken moet
de aarde van de netvoeding worden verbonden
met de PE (veiligheidsaarde) en de aarde van
de motor met het
Tabel 4
Netspannings- en motoraansluitingen
L1,L2,L3
Netvoeding, 3fase
PE
Veiligheidsaarde
Motoraarde
Motoruitgang 3fase
U, V, W
Remweerstand, gelijkstroomverbinding
DC-,DC+,R
aansluitingen (optioneel)
LET OP! De remweerstand- en gelijkstroomaansluitingen
worden alleen gemonteerd indien de remchopper optie is
ingebouwd. De VFX-regelaars zijn alleen voorzien van DC+-
en R-aansluitingen.
WAARSCHUWING! De remweerstand moet
worden aangesloten tussen de aansluit-
klemmen DC+ en R.
OPTIE
DC
DC
R
U
V W
-
+
OPTIE
DC
R
U
V W
+
.
3.4
Netspanning en motoraanslui-
tingen volgens EMC-richtlijnen
VOORZICHTIG! Om te voldoen aan de EMC-
!
richtlijn is het absoluut noodzakelijk dat men de
installatievoorschriften, zoals beschreven in dit
handboek, opvolgt. Voor verdere gedetailleerde
informatie over EMC-richtlijnen en frequentie-
regelaars, zie de installatievoorschriften "EMC-
richtlijn en frequentieregelaars". Neem bij
vragen contact op met uw leverancier.
Om aan de EMC emissienormen te voldoen, dient de
frequentieregelaar te worden voorzien van een RFI
netspanningsfilter. De motorkabels dienen tevens te
worden afgeschermd en aan beide zijden worden ver-
bonden met de behuizing van de motor en de behui-
zing van de frequentieregelaar. Op deze manier wordt
rond de regelaar, de motorkabels en de motor een
zogenaamde "Kooi van Faraday" gevormd. De RFI
stromen worden nu teruggeleid naar hun oorsprong
(de IGBT's) zodat het systeem binnen de emissienor-
men blijft.
Als de motorkabels moeten worden onderbroken
door werkschakelaars, uitgangsspoelen enz., is het
noodzakelijk dat de afscherming wordt voortgezet door
een metalen behuizing, metalen montageplaten enz.
zoals getoond in Fig. 7 en Fig. 8, te gebruiken.
Fig. 7 toont een voorbeeld van hoe een frequentierege-
laar op een bevestigingsplaat aan te sluiten. De litze-
draadverbinding is alleen nodig als de bevestigingsplaat
gelakt is. Alle regelaars hebben een ongelakte achter-
zijde en zijn daarom geschikt voor montage op een
ongelakte bevestigingsplaat.
Frequentieregelaar in
schakelkast ingebouwd
Frequentieregelaar
RFI-Filter
(optie)
Netzijde
Motor
L1
L2
L3
PE
DC-DC+ R
V
U
litzedraad
L1
L2
L3
PE
R
R
U V W
Netspanning
Metalen wartel
(L1,L2,L3,PE)
Remweerstand
(optie)
Fig. 7
Frequentieregelaar in een schakelkast op een bevestigings-
plaat.
INSTALLATIE EN AANSLUITING
W
Metalen wartel
(klemmen voor VFB)
Uitgangsspoel (optie)
Afgeschermde kabels
Ongelakte
montage
plaat
Metalen connectorbehuizing
3
Motor
(06-F39)
13