in het instrumentenpaneel en, afhan‐
kelijk van de versie, in de deurholtes
of bij de achterbank worden
geplaatst.
Bekerhouders 3 77.
Instrumenten en bedieningsorganen
Waarschuwingslam‐
pen, meters en
controlelampen
Instrumentengroep
Bij sommige uitvoeringen draaien de
naalden van de instrumenten even tot
tegen de eindaanslag wanneer het
contact wordt ingeschakeld.
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Snelheidsbegrenzer
Maximumsnelheid kan door een snel‐
heidsbegrenzer beperkt zijn. In dat
geval zit er een waarschuwingslabel
op het instrumentenpaneel.
Er klinkt gedurende 10 seconden om
de 40 seconden een waarschuwings‐
signaal bij kort overschrijden van de
ingestelde snelheid.
Let op
Onder bepaalde omstandigheden
(bijv. steile hellingen) kan de snel‐
heid van de auto de ingestelde limiet
overschrijden.
Snelheidsbegrenzer 3 159.
Cruise control 3 157.
93