174
Verzorging van de auto
Voorzichtig
Het motoroliepeil nooit tot onder
het minimumpeil laten dalen!
Het wordt geadviseerd dezelfde
kwaliteit olie te gebruikt als bij de laat‐
ste olieverversing.
Tussen de merkjes MIN en MAX kunt
u een hoeveelheid van ongeveer.
2,1 l voor motoren R9M 408, R9M 413
en R9M 415 respectievelijk ongeveer
3,5 l voor motoren R9M 450 en R9M
452 bijvullen.
Het motoroliepeil mag niet hoger
staan dan het bovenste merkteken
MAX op de peilstok.
Voorzichtig
Tap of zuig overmatig bijgevulde
olie af. Start als het oliepeil boven
maximaal is de auto niet en neem
contact op met een werkplaats.
Om bij het bijvullen van de motorolie
niet te morsen, adviseren wij u om
daarvoor een trechter te gebruiken.
Controleer of de trechter goed op de
vulpijp staat.
Doe de trechter na het bijvullen in een
plastic zak en berg deze goed op.
Het olieverbruik stabiliseert niet voor‐
dat de auto enkele duizenden kilome‐
ters heeft afgelegd. Pas dan kan het
werkelijke olieverbruik worden
bepaald.
Bij een verbruik van meer dan 0,6 l
per 1000 km na deze inrijperiode
wordt geadviseerd contact op te
nemen met een werkplaats.
Dop recht terugplaatsen en vast‐
draaien.
Motorluchtfilter
Indicator luchtstroom motor
Op bepaalde modellen is de luchtin‐
laat van de motor voorzien van een
indicator die aangeeft wanneer de
luchttoevoer naar de motor beperkt
is.
Open
: Geen beperking
Rode indicator : Beperkt
Neem contact op met een werkplaats,
als de rode indicator verschijnt bij een
draaiende motor.