120
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 120
Onderhoud ................................. 133
aanzetten ............................... 133
Service .................................... 133
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtdebiet
● luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 46.
Temperatuur
Rood : warm
Blauw : koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila-
torknop in de gewenste stand te
zetten.
Luchtverdeling
M : naar de hoofdruimte
L : naar de hoofd- en voetenruimte
K : naar de voetenruimte
J : naar de voorruit, de voorste
zijruiten en de voetenruimte
V : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
● Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste
stand zetten.
● Luchtverdeelschakelaar op V
zetten.