Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Wielbouten bewaren op een plek
waar de draadwindingen niet
verontreinigd raken.
6. Wiel verwisselen.

Reservewiel 3 203.

7. Wielbouten indraaien.
8. Laat de auto zakken en neem de
krik weg.
9. Alle wielbouten met de wielsleutel
kruislings vastdraaien. Zorg dat
de sleutel goed zit. Om de bouten
vast te draaien de sleutel
rechtsom draaien. Zo nodig de
draairichting van de sleutel
aanpassen.
Het aanhaalmoment bedraagt
160 Nm.
10. Plaats de wieldop terug en laat
daarbij het ventielgat in de wiel‐
dop samenvallen met het ventiel
van de band.
Let op
Breng, indien van toepassing, anti‐
diefstalbouten aan het dichtst bij het
ventiel van de band (anders is het
wellicht niet mogelijk om de wieldop
weer aan te brengen).
11. Het vervangen wiel 3 203 en het
boordgereedschap 3 192 opber‐
gen.
12. Nieuwe wiel op de auto laten
uitbalanceren.
Bandenspanning van de aange‐
brachte band controleren 3 228.
Aanhaalkoppel van de wielbout
controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk
laten vervangen of repareren.
Reservewiel
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset 3 198.
Het reservewiel kan afhankelijk van
de uitvoering en de landelijke bepa‐
lingen ook als compact reservewiel
(thuiskomer) worden aangemerkt. In
dit geval geldt er een toegestane
maximumsnelheid, ook al wordt dit
niet op een label op het reservewiel
aangegeven.
Verzorging van de auto
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Bij een maximaal beladen auto met
een lekke achterband moet de auto
mogelijk eerst opgekrikt worden om
bij het reservewiel te kunnen.
Wiel verwisselen 3 201.
203

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave