150
Rijden en bediening
Voorzichtig
De AdBlue-dop is de onderste
blauwe dop (pijltjes op de afbeel‐
ding) en de brandstoftankdop is de
bovenste zwarte dop 3 166.
Als u onjuiste brandstof hebt
getankt, mag u het contact niet
aanzetten. Onmiddellijk hulp van
een werkplaats inroepen.
4. Steek het vulpistool geheel in de
vulpijp en zet het open.
5. Breng de beschermdop na het
bijtanken weer aan en schroef
deze rechtsom vast.
6. Sluit de tankklep en het portier
links.
AdBlue-jerrycan
Let op
Tank AdBlue alleen bij vanuit de
daarvoor bedoelde jerrycans om te
voorkomen dat er teveel AdBlue
wordt bijgetankt. Bovendien stro‐
men de dampen vanuit de tank dan
in de jerrycan en komen deze niet
vrij.
Let op
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum
ervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
1. Schakel de motor uit en trek de
sleutel uit het contactslot.
2. Open het portier links en trek de
tankklep open.
3. Schroef de beschermdop linksom
los van de vulpijp.
Voorzichtig
De AdBlue-dop is de onderste
blauwe dop (pijltjes op de afbeel‐
ding) en de brandstoftankdop is de
bovenste zwarte dop 3 166.
Als u onjuiste brandstof hebt
getankt, mag u het contact niet
aanzetten. Onmiddellijk hulp van
een werkplaats inroepen.
4. Open de AdBlue-jerrycan.
5. Sluit een uiteinde van de slang
aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
6. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is of totdat er niets meer uit de
jerrycan stroomt. Dit kan zo'n
5 minuten duren.
7. Zet de jerrycan op de grond om de
slang te laten leeglopen, wacht
15 seconden.
8. Schroef de slang van de vulpijp.
9. Breng de tankdop aan en schroef
deze rechtsom vast.
10. Sluit de tankklep en het portier
links.