110
Instrumenten en bedieningsorganen
● dagteller
● bespaarde brandstof in km
Maateenheid
De maateenheid veranderen voor de
duur van een rit:
Auto's met Aan/Uit-knop:
Druk met uitgeschakeld contact de
knop aan het uiteinde van de wisser‐
hendel in, houd deze vast en druk op
de Aan/Uit-knop 3 136. Het Driver
Information Center knippert gedu‐
rende ongeveer 10 seconden totdat
de nieuwe eenheid verschijnt. Laat
wanneer het display niet meer knip‐
pert de knop aan het uiteinde van de
wisserhendel los.
Auto's zonder Aan/Uit-knop:
Druk met uitgeschakeld contact de
knop aan het uiteinde van de wisser‐
hendel in, houd deze vast en schakel
het contact in. Het Driver Information
Center knippert gedurende ongeveer
10 seconden totdat de nieuwe
eenheid verschijnt. Laat wanneer het
display niet meer knippert de knop
aan het uiteinde van de wisserhendel
los.
Wanneer de motor uitgeschakeld is,
keert de tripcomputer automatisch
terug naar de oorspronkelijke maat‐
eenheid.
Stroomonderbreking
Als de voeding werd onderbroken of
de accuspanning te laag is gezakt,
zullen de waarden opgeslagen in de
tripcomputer verloren gaan.
Tachograaf
De tachograaf is te bedienen zoals
aangegeven in de geleverde gebrui‐
kershandleiding. Voorschriften
omtrent het gebruik aanhouden.
Afhankelijk van de uitrusting kunt u de
tachograaf aanbrengen in een
console boven het Infotainmentsys‐
teem op het instrumentenpaneel.
Let op
Wanneer er een tachograaf aange‐
bracht is, verschijnt de totale afge‐
legde afstand wellicht alleen op de