Als er geen materiaal zichtbaar is, kan de frit nog steeds geblokkeerd zijn door een vloeistof die door de frit geabsorbeerd is.
Eenmaal geabsorbeerd zijn vloeistoffen erg moeilijk te verwijderen. In deze gevallen wordt u aangeraden om te vertrouwen
op de natuurlijke verdamping. Vanwege de tijd die het kan kosten voordat vloeistoffen voldoende verdampt zijn uit de frit,
kunt u overwegen om de getroffen sensor te verwisselen met één waarvan bekend is dat deze vrij is. Dit proces kan worden
versneld door absorberend materiaal op het oppervlak van de frit te plaatsen.
Bij een sensor met Diffusiesupervisiestoring kan de gebruiker nog steeds proberen om de sensor te kalibreren. In het
zeldzame geval dat een sensorkalibratie slaagt, maar het diffusiesupervisiesysteem een blokkering blijft detecteren in het
gaspad, zal de diffusiesupervisiestoring na ongeveer 24 uur opnieuw optreden. In een dergelijk scenario is er waarschijnlijk
een omgevingsfactor van invloed op de diffusiesupervisiedetectie. Mits een geslaagde kalibratie van de sensor kan worden
uitgevoerd, is de sensor nog steeds in staat om gas te detecteren. Om te voorkomen dat de diffusiesupervisiestoring
opnieuw optreedt, kunt u diffusiesupervisie uitschakelen in de sensorinstellingen (zie 4.2.2 S
sensor vervangen.
6.4
Problemen oplossen
De volgende tabel somt alle storingsmeldingen op, hun prioriteitsniveau en corrigerende handelingen die nodig zijn om ze
te verhelpen. De storingen worden in alfabetische volgorde vermeld. Meldingen met een lagere prioriteit worden pas
weergegeven nadat de melding met de hoogste prioriteit is gewist.
Tabel 17 Problemen oplossen
Priorit
Displaymelding
1
eit
35
"ACT fout"
24
"Sensor fout"
23
"Kalibratie nodig"
25
"Kanaalfout"
NL
Statusleds
Status
(GROEN/GEEL/
vasthoud
ROOD)
end
AAN/AAN/UIT
Zelfhoude
nd
AAN/AAN/UIT
Zelfhoude
nd
AAN/AAN/UIT
Zelfhoude
nd
AAN/AAN/UIT
Zelfhoude
nd
Ultima X5000-gasmonitor
Omschrijving
Resolutie
Geeft een meting
Vervang de sensor.
buiten bereik aan
Geeft aan dat
Bevestig of start de
brandbaar
stroom naar de
gassensoren niet
sensor opnieuw op.
werken.
Laat de sensor
opwarmen,
kalibreer de sensor
opnieuw. Vervang
de sensor als dit
het probleem niet
oplost.
Geeft aan dat de
Kalibreer de op het
sensor moet
instrument
worden
bevestigde sensor
gekalibreerd.
(en).
Geeft aan dat er
Reset de sensor.
een fout in het
Controleer
systeem van de mA
sensorconfiguratie
uitgang is.
s (indien anders
dan
standaardwaarde
n). Kalibreer dan de
sensor opnieuw.
Als dit het
6 Onderhoud
ensorinstellingen) of de
70