4
Werking
WAARSCHUWING!
Raadpleeg het addendum van de gebruiksaanwijzing (ond.nr. 10182779) voor certificeringsinformatie en aanvullende
veiligheidsinformatie voorafgaand aan installatie en gebruik.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
De transmitters uit de ULTIMA X5000-serie zijn af fabriek gekalibreerd en worden verstuurd met de meest standaard
opties, zodat u zo min mogelijk hoeft in te stellen. Alle standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd als de gebruiker dat
wil met de EX-aanraakknoppen op het display van de ULTIMA X5000.
4.1
Opstarten
4.1.1 Eerste keer opstarten
De eerste keer dat de ULTIMA X5000 wordt aangezet, gaat de analoge uitgang naar de instelling onderhoudsmodus
(standaard 3,5 mA) en verschijnt het volgende in het display terwijl de leds wisselen van GROEN naar ROOD naar
DONKERGEEL en weer naar GROEN:
• ULTIMA X5000-logo met softwareversienr.
• Aftellen tachometer
• MSA-logo
De ULTIMA X5000 blijft in de opstartmodus waarin het storingsrelais niet bekrachtigd is en de analoge uitgang op het
onderhoudsniveau standaard 3,5 mA is. Hoe lang de X5000 in de opstartmodus blijft, is afhankelijk van de opwarmtijd van
de sensor. Zie 4.1.2 O
sensor de opwarming onafhankelijk beëindigen.
Nadat een sensor een uur is geïnstalleerd, bekrachtigd en zich heeft aangepast aan de omgeving, moet een kalibratie
worden uitgevoerd. Zie 5 K
4.1.2 Opwarmingstijden van de sensor
WAARSCHUWING!
Laat de sensoren voor optimale prestaties 24 uur (72 uur voor ETO) acclimatiseren aan de toepassingsomstandigheden
voordat u de eerste kalibratie uitvoert.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
XIR PLUS: ≤ 5 min
H
S: ≤ 5 min
2
SO
: ≤ 5 min
2
Cl
: ≤ 10 min
2
NH
: ≤ 5 min
3
Pellistor: ≤ 5 min
Gascodes 10, 11, 12, 14 en 71 van koolmonoxide- en ethyleenoxidesensoren moeten mogelijk de eerste keer langer dan
30 minuten worden opgewarmd. Als de opwarmtijd van 30 minuten voorbij is, kan de sensor een positieve uitlezing tonen
die het alarmniveau overschrijdt. In het geval van een kortdurende stroomstoring zal de opwarmperiode voor
koolmonoxide- en ethyleenoxidesensoren significant korter zijn. Zie Tabel 10 O
benodigde opwarmtijd.
NL
pwarmingstijden van de sensor voor elke sensor. Bij een dubbele sensorconfiguratie kan elke
alibratie voor meer gegevens.
CO: 30 min (zie hierna)
O
: 30 min
2
HCL: ≤ 10 min
HF: ≤ 5 min
ETO: ≤ 60 min (zie hierna)
NO: ≤ 10 min
NO
: ≤ 5 min
2
CLO
2
HCN: ≤ 5 min
H
: ≤ 5 Min
2
Laag O
Ultima X5000-gasmonitor
: ≤ 5 min
: ≤ 30 min
2
pwarmduur voor schatting van de
4 Werking
33