3 Installatie
3.6.5 Instructies voor voeding en analoge uitgang
WAARSCHUWING!
Lees alle waarschuwingen inzake elektriciteit en voorschriften voor bekabeling voordat u de ULTIMA X5000 aansluit op de
voeding.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
De rood gekleurde (4-pins) connector verbindt voeding en analoge uitgangen 1 en 2. De HART interface is een aparte,
groen gekleurde (2-pins) connector.
De groen gekleurde (4-pins) connectors verbinden sensor één en twee.
Gebruik van afgeschermde kabel wordt aanbevolen. De kabelbescherming moet intern worden aangesloten op de
instrumentbehuizing met behulp van een meegeleverde kabelschoen (zie Afbeelding 30 ).
1. Verwijder de afdekking van de ULTIMA X5000 door deze linksom te draaien.
2. Trek aan het metalen beugeltje, waarbij de elektronica wordt verwijderd en dan komen de sensor- en
voedingsaansluitingen vrij te liggen.
3. Verwijder de rood gekleurde voedingsconnector.
4. Gebruik een kleine, platte schroevendraaier om de draadingangen op de connector te openen.
5. Strip het kabelomhulsel waardoor de afscherming en de vier draden zichtbaar worden.
6. Sluit de draden van de voeding en de analoge uitgang aan. Draadlocaties zijn gemarkeerd op de afdekplaat (zie
Afbeelding 29 ):
a.
+DC
b.
-DC
c.
mA1 - analoge uitgang van sensor 1
d.
mA2 - analoge uitgang van sensor 2
Afbeelding 30 Voeding, HART en sensoringangen
7. Draai de schroeven op de connectors aan en trek voorzichtig aan de draden om te controleren dat ze goed bevestigd
zitten.
8. Verbind kabelafscherming met voet van de instrumentbehuizing (zie Afbeelding 30 ).
28
Ultima X5000-gasmonitor
NL