4 Werking
Standaardinstellingen en bereik van beschikbare spanwaarden zijn afhankelijk van het sensortype. Zie Tabel 14
voor standaard instellingen en bereik van spanwaarden.
Sensorbereik
Alle XCell-sensoren hebben aanpasbare sensorbereiken. Het sensorbereik kan niet onder het actuele alarminstelpunt
worden ingesteld. De gebruiker moet eerst de alarminstelpunten en/of spanwaarde verlagen om het sensorbereik aan te
kunnen passen. De gebruiker moet ook overwegen de spanwaarde aan te passen aan het gewijzigde sensorbereik, zodat
de spanwaarde in het midden van het bereik is.
Het sensorbereik wijzigen:
1. Scroll naar Instellingen en selecteer dit.
2. Selecteer Sensor.
3. Scroll en selecteer Sensorbereik.
4. Actuele sensorbereik wordt weergegeven.
5. Voer het gewenste sensorbereik in.
6. Scroll en selecteer Opslaan.
Het wijzigen van het sensorbereik zal ook invloed hebben op de analoge uitgangswaarden voor alarmdrempels.
Gastabel
De ULTIMA XIR PLUS brandbaar gassensor kan worden gekalibreerd voor een ruim scala aan verbindingen, zie 9 B ijlage:
Kalibratiegids voor extra gassen voor een lijst met gassen, spanwaarden en gastabelwaarden.
De XIR PLUS-sensor is alleen qua prestatie goedgekeurd voor methaan en propaan.
Gastabel #
Doelgas
1
Methaan
2
Propaan
3
Ethaan
4
Butaan
5
Pentaan
6
Hexaan
7
Cyclopentaan
8
Ethyleen
Merk op dat de gastabelnummers die hierboven worden vermeld, verschillende lineariteitcurves voor infrarood
absorberende gassen vertegenwoordigen. Hogere gastabelnummers vertegenwoordigen meestal zwakker absorberende
gassen. Elke curve vertegenwoordigt een lineariteit die van toepassing is op een groep koolwaterstofgassen en niet
noodzakelijkerwijs één specifiek gas. Het getoonde doelgas is representatief voor een groep gassen met dezelfde
lineariteit.
WAARSCHUWING!
De XIR PLUS sensor moet na verandering van gastabel en/of spanwaarde worden gekalibreerd.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
44
Ultima X5000-gasmonitor
NL