Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MSA S5000 Gebruiksaanwijzing pagina 73

Inhoudsopgave

Advertenties

5 Kalibratie
Als u vermoedt dat er zwavelwaterstofgas aanwezig is, moet de omgeving van de sensor gezuiverd worden met
nullucht.
De sensor kalibreren:
1. Bevestig een reduceerventiel aan de nulgascilinder (indien gebruikt) en de kalibratiecilinder.
2. Bevestig de kunststof sensorbescherming onder op de sensorbehuizing als dit nog niet gedaan is.
3. Plaats de groene kalibratiedop over de inlaat van de sensorbescherming zodat deze gelijk loopt met de onderzijde
van de sensorbescherming en de inlaat van de sensorbescherming volledig afdekt.
4. Bevestig de leiding op de kunststof steel die uit de groene kalibratiedop steekt.
5. Druk het andere uiteinde van de leiding over het reduceerventiel van de nulgascilinder. Zorg ervoor dat de leiding de
gasuitlaat volledig omvat.
6. Houd de EZ-aanraakknop ingedrukt totdat Kalibratie wordt weergegeven, laat dan los.
Als een wachtwoord is ingeschakeld, voert u het in om het menusysteem te openen.
OPMERKING
Als de kalibratiedop niet kan worden gebruikt (bijv. voor toepassing van sensor op afstand), moeten de
windomstandigheden tijdens kalibratie tot een minimum worden beperkt om kalibratie te vermijden met verhoogde
gevoeligheid.
7. Selecteer Sensor 1 of Sensor 2, en vervolgens "Klaar?" om het kalibratieproces te starten.
8. Zodra het display Nulpuntkalibratie bezig aangeeft, schakelt u de nulgasstroom in door aan de knop op het
reduceerventiel te draaien (indien gebruikt).
9. Wacht terwijl het toestel Nulpuntkalibratie bezig weergeeft.
10. Zodra de nulpuntkalibratie voltooid is, verwijdert u de leiding van de inlaat van de sensorbescherming.
11. In het display verschijnt Gas toevoeren. Bevestig de leiding voor kalibratiegas en draai aan het reduceerventiel.
Het display geeft "Bezig met kalibreren" weer.
"Kalibratie afgerond. Gas verwijderen" verschijnt als de span voltooid is.
Als "GESLAAGD" wordt aangegeven, is de procedure voltooid.
Als "MISLUKT" wordt aangegeven, is de procedure niet geslaagd. Zie
12. Verwijder de kalibratieapparatuur van het toestel, inclusief de sensorbescherming en kalibratiedop.
Sensoren met TruCal en met diffusiesupervisie ingeschakeld kunnen in de storingsmodus door diffusiesupervisie
komen, als de groene kalibratiedop erop wordt gelaten na voltooiing van een kalibratie.
WAARSCHUWING!
De groene kalibratiedop moet na kalibratie worden verwijderd van de sensor. Als dit niet gebeurt, kan de gasstroom naar de
sensor beperkt worden en dat kan leiden tot foutieve uitlezingen.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
73
6.5 Problemen
oplossen.
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave