Inhoudsopgave
Advertenties
• Onder bepaalde extreme omstandigheden kunnen de niet-metalen delen in de behuizing van deze apparatuur een
elektrostatische lading genereren die mogelijk kan ontsteken. Reinig de apparatuur daarom alleen met een vochtige
doek.
• De vlambestendige verbindingen mogen niet worden gerepareerd.
• Als de installatie van de sensor ongedaan wordt gemaakt, moet vóór herinstallatie de gebruiksaanwijzing van de
apparatuur worden geraadpleegd.
• De digitale sensor is voorzien van ¾" NPT-schroefdraad en mag alleen worden aangesloten op een geschikte
gecertificeerde behuizing. De installatie op de gecertificeerde behuizing moet gebeuren met vijf volledig
vastgedraaide schroefdraden met een moersleutel.
• De digitale sensor moet rechtstreeks worden aangesloten op een geschikte gecertificeerde aansluitkast of instrument
voor de gevaarlijke installatiezone om zodoende Ex-bescherming te bieden voor de vrije kabelverbindingen (flying
leads).
• Bij toepassingen om brandbare gassen te detecteren, mag het geschikte modelnummer van de digitale sensor alleen
worden gebruikt om het vaste gasdetectiesysteem van de S5000-gasmonitor te construeren: gemonteerd op de
behuizing van ofwel de S5000-transmitter ofwel de S5000-aansluitkast met voeding en bediening vanaf de
transmitter.
• De binnendringingsbeschermingsklasse is uitsluitend gebaseerd op de installatie-instructie voor de oriëntatie die in
de gebruiksaanwijzing is gespecificeerd.
• De digitale sensor mag alleen worden geïnstalleerd voor externe aansluiting op geschikt gecertificeerde apparatuur
(transmitters) met bescherming tegen stroomstoten op een maximale overspanning van 119 V (140% van 85V-piek).
• De digitale sensor mag alleen worden gemonteerd op behuizingen met een maximale referentiedruk van 34,4 bar of
lager. Het is raadzaam om de in EN 60079-29-2 gegeven richtsnoeren voor installatie, gebruik en onderhoud van
gasdetectoren voor brandbare gassen en andere toepasselijke gassen te raadplegen.
• Richtsnoeren voor de functionele veiligheid van vaste gasdetectiesystemen zijn te vinden in EN 60079-29-3, die
buiten het bestek van deze beoordeling valt.
Specifieke gebruiksvoorwaarden met betrekking tot EN 50271
• De gebruiker moet voldoen aan de eisen in de gebruikersdocumentatie van de fabrikant met betrekking tot alle
relevante functionele veiligheidsaspecten, zoals gebruikstoepassing, installatie buiten gevaarlijke zones, bediening,
onderhoud, beproeving, maximale nominale waarden, omgevingsomstandigheden en reparatie.
• Selectie van deze apparatuur voor gebruik in veiligheidsfuncties, configuratie, algehele validatie, onderhoud en
reparatie is uitsluitend toegestaan voor bevoegd personeel, met inachtneming van alle voorwaarden van de fabrikant
en de aanbevelingen in de gebruikersdocumentatie.
• De veiligheidsvoorziening moet onafhankelijk van alle voor de werking noodzakelijke bedieningsorganen
functioneren en van energie worden voorzien.
• Het interval voor de beproeving van de S5000-veiligheidsfunctie is 3 maanden.
• Een nadere beoordeling is vereist wanneer de uitstroombeveiliging wordt gecombineerd met specifieke apparatuur
die onder toezicht staat en voordat de uitstroombeveiliging wordt gebruikt om explosiegevaar te beheersen.
Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
NL
9 Bijlage: Algemene certificeringsinformatie
100
Advertenties
Inhoudsopgave
