Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Die Alleen Kunnen Worden Geconfigureerd Via Bluetooth®, Modbus Of Hart; Aangepaste Niveaus Ao - MSA S5000 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De Bluetooth FCC/IC-ID kan niet worden gewijzigd en is uniek voor het toestel.
2. Raak de knop aan als "Klaar?" wordt weergegeven om af te sluiten.
4.3.7
Sensorlevensduur en gezondheidsstatus (alleen weergegeven als XCell-sensor is aangesloten)
1. Selecteer Info.
2. Selecteer Sensorstatus.
Als er maar één sensor is geïnstalleerd, worden de levensduur en gezondheidsstatus van sensor 1 weergegeven.
Als er twee sensoren zijn geïnstalleerd, wordt "Sensorselectie" weergegeven.
3. Selecteer de gewenste sensor (Sensor 1 of Sensor 2) en raak de knop aan als "Klaar?" verschijnt.
De informatie Levensduur en gezondheid rapporteert de algemene gezondheidsstatus van de sensor.
XCell-sensoren met TruCal (zwavelwaterstof en koolmonoxide) berekenen de actuele sensorgevoeligheid met behulp van
automatische pulscontroles. De puls stimuleert bij de XCell-sensor een respons alsof een echt kalibratiegas wordt
toegevoerd. De gestimuleerde respons wordt vergeleken met de laatste kalibratie en zal aanpassingen uitvoeren aan de
gevoeligheid zodat deze klopt met de laatste kalibratie. Wanneer de benodigde aanpassing groter is dan de
nauwkeurigheid van de aanpassing van het algoritme, zal de sensor om een kalibratie vragen.
Alle digitale sensoren, inclusief pellistors en zuurstofsensoren, vertonen een levensduur- en gezondheidsstatus
van 'Goed' of 'Redelijk' op basis van de volgende berekening:
Er is sprake van een goede conditie wanneer de huidige gekalibreerde spangevoeligheid groter is dan 50% van
de weg tussen de initiële kalibratiegevoeligheid en de spangevoeligheid aan het einde van de levensduur. Er is
sprake van redelijke conditie als de huidige spangevoeligheid minder is dan 50% van de weg van de initiële
kalibratie en de spangevoeligheid aan het einde van de levensduur.
OPMERKING
Gebruik van verlopen kalibratiegas of onjuist kalibratiegas kan voortijdig leiden tot de status 'Redelijk'.
4.4
Instellingen die alleen kunnen worden geconfigureerd via Bluetooth
De volgende instellingen kunnen alleen worden geconfigureerd via Bluetooth®, Modbus of HART.

• Aangepaste niveaus AO

• Relaiszone - Hoornmodus
• Identificatie/label van toestel
• Alarmrichting
• Alarm inschakelen/uitschakelen
4.4.1
Aangepaste niveaus AO
De S5000 biedt drie op de fabriek gedefinieerde niveaus voor de analoge uitgangen (AO): 0 mA met HART uitgeschakeld,
of 3,5 mA en 1,25 mA met HART ingeschakeld. Gebruikers kunnen ook hun eigen aangepaste AO-niveaus specificeren
voor iedere transmittermodus. Het onderhoudsniveau van de AO wordt gebruikt tijdens het opstarten, een algemene reset
en het resetten van de transmitterinstelling. De uitgangsinstelling voor zuurstofsensorkalibratie kan niet worden
geconfigureerd. Alle aanpasbare instellingen kunnen worden gewijzigd via Modbus/Bluetooth/HART.
NL
®
, Modbus of HART
60

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave