Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MSA S5000 Gebruiksaanwijzing pagina 50

Inhoudsopgave

Advertenties

Het waarschuwingsniveau instellen en of een waarschuwing vasthoudend of niet vasthoudend is.
1. Ga naar het menu Sensor instellen en selecteer "Klaar?" totdat Waarschuwing wordt weergegeven.
Waarschuwing beweegt over het scherm en het huidige waarschuwingsniveau wordt weergegeven.
2. Houd uw vinger op de knop om snel langs de waarden te gaan of raak de knop herhaaldelijk aan om de waarden
langzamer bij langs te gaan.
3. Als de gewenste waarde wordt weergegeven, wacht u tot de optie Vasthoudend wordt weergegeven.
4. Om de waarschuwing te veranderen in vasthoudend of niet-vasthoudend, raakt u de knop aan als de optie wordt
weergegeven.
5. Om af te sluiten raakt u de knop aan als "Klaar?" wordt weergegeven.
Alarminstellingen
Het alarmniveau instellen en of een waarschuwing vasthoudend of niet vasthoudend is.
1. Ga naar het menu Sensor instellen en selecteer "Klaar?" totdat Alarm wordt weergegeven.
Alarm beweegt over het scherm en het huidige alarmniveau wordt weergegeven.
2. Houd uw vinger op de knop om snel langs de waarden te gaan of raak de knop herhaaldelijk aan om de waarden
langzamer bij langs te gaan.
3. Als de gewenste waarde wordt weergegeven, wacht u tot de optie Vasthoudend wordt weergegeven.
4. Om het alarm te veranderen in vasthoudend of niet-vasthoudend, raakt u de knop aan als de optie wordt
weergegeven.
5. Om af te sluiten raakt u de knop aan als "Klaar?" wordt weergegeven.
Instellingen voor het alarmrelais is het laatste menu van Sensor instellen. Met "Klaar?" worden de wijzigingen
opgeslagen en keert u terug naar het menu Instellen.
Als u het alarmrelais hebt geconfigureerd als niet-zelfhoudend, moet de alarmrelaisuitgang worden aangesloten
op een hulptoestel dat de zelfhoudfunctie verricht.
Diffusiesupervisie
Diffusiesupervisie bewaakt actief de sensorinlaatopening op obstructies. Als een obstructie wordt waargenomen, gaat de
sensor in de storingsmodus en waarschuwt gebruikers en de regelkamer dat er geen gas wordt gezien als gevolg van een
obstructie. Voorwerpen die direct op of in de sensorinlaatopening zitten en het gaspad beïnvloeden, worden bijna zeker
ontdekt door de diffusiesupervisie. Voorbeelden hiervan zijn verf, tape, water en vuil. Kleine hoeveelheden van dit materiaal
kunnen zichtbaar zijn op de inlaatopening terwijl ze het gaspad niet zodanig beïnvloeden dat de diffusiesupervisie een
storing veroorzaakt. Een storingssignaal zal alleen worden verzonden, wanneer het systeem bepaalt dat de hoeveelheid
materiaal dat op of in de sensorinlaatopening zit, het gaspad negatief beïnvloedt.
Zelfs als er geen storing door de diffusiesupervisie wordt geactiveerd, is het toch goed om, tijdens de inspectie
van de sensor, de sensorinlaatopening vrij te maken van eventueel vreemd materiaal.
In- of uitschakelen van de diffusiesupervisie:
1. Ga naar het menu Sensor instellen.
2. Raak de knop aan als Diffusiesupervisie wordt weergegeven.
3. Selecteer Sensor 1 of Sensor 2.
NL
50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave