4.4.4
Alarmrichting
Relais kunnen worden geactiveerd door een alarmdrempel als de gaswaarden oplopen of aflopen. De meeste
toepassingen hebben toenemende alarmdrempels nodig, behalve zuurstofbewaking, dat is meestal een afnemend alarm.
De alarmrichting voor zuurstofsensoren is standaard afnemend, of omlaag.
De alarmrichting voor alle overige sensoren is standaard toenemend, of omhoog.
De alarmrichting kan worden ingesteld op toenemend/omhoog of afnemend/omlaag.
De alarmrichting voor zuurstofsensoren kan rechtstreeks via de gebruikersinterface worden gewijzigd, of via
Modbus/Bluetooth/HART.
De alarmrichting voor alle overige sensoren kan alleen worden gewijzigd via Modbus/Bluetooth/HART.
NL
62