2) Remhendel
De remhendel bevindt zich links
aan het stuur.
1. Remhendel
De remhendel dient om het voer-
tuig te vertragen of te stoppen.
Wanneer de remhendel wordt inge-
drukt, worden de voor- en achter-
remmen geactiveerd.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt uit-
geoefend.
3) Remslot
De hendel van het remslot bevindt
zich links aan het stuur.
1. Remhendel
2. Remhendelslot
Schakel het remslot in als het
voertuig is geparkeerd.
Het remslot dient om de remmen
van de voor- en achterwielen inge-
schakeld te houden, zodat het
voertuig niet kan bewegen.
WAARSCHUWING
Schakel het remslot altijd in en
zet de schakelhendel in de
PARKEER-stand (P) wanneer u
niet met uw voertuig rijdt.
Ga te werk als afgebeeld om de
remmen vast te zetten:
Stap 1:
Activeer de remmen
Stap 2:
Vergrendel remmen
OPMERKING: Het remhendelslot
kan verschillende standen worden
gezet.
OPMERKING
voertuig veilig ter plaatse blijft
wanneer het remslot is ingescha-
keld.
Knijp de remhendel in om de rem-
men te ontgrendelen. Het zal terug-
keren in de ruststand.
WAARSCHUWING
Let op dat u het remslot ontgren-
delt voordat u met het voertuig
vertrekt. Als het remslot INGE-
SCHAKELD is tijdens het rijden,
kan dit leiden tot beschadiging
van het remsysteem, een afna-
me van het remvermogen en/of
brand.
I BEDIENINGSELEMENTEN
Controleer of het
87