II ONDERHOUDSPROCEDURES
Zet het voertuig vast op kriksteu-
nen.
Verwijder de wielmoeren en verwij-
der dan het wiel.
Wiel monteren
Breng bij de installatie wat smeer-
middel tegen het vastvreten op de
schroefdraad aan.
Als de banden unidirectioneel zijn,
moet u ervoor zorgen dat het wiel
volgens de draairichting van de
band wordt geïnstalleerd.
Draai telkens twee tegenoverliggen-
de wielmoeren voorzichtig aan en
draai ze daarna aan tot hun defini-
tieve moment.
AANDRAAIMOMENT
Wielmoeren
OPMERKING
wielmoeren die per type wiel zijn
aanbevolen. Het gebruik van an-
dere moeren kan schade aan de
velgen of tappen veroorzaken.
TYPISCH
ALUMINIUM WIEL
1. Wielmoer (met gesloten uiteinde)
148
80 Nm ± 5 Nm
Gebruik altijd de
19) Stuurinrichting
Inspectie stuurinrichting
WAARSCHUWING
Inspectie en reparatie van de
onderdelen van de besturing
moeten
worden
door een erkende Can-Am dea-
ler.
Koppelstangen
Inspecteer visueel de koppelstan-
gen.
De koppelstangen moeten vervan-
gen worden als kromtrekken of
andere beschadigingen is geconsta-
teerd.
WAARSCHUWING
Een beschadigde koppelstang
moet worden vervangen.
Uiteinden koppelstang
Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
Schakel het remslot in.
Trek het voertuig op.
Zet het voertuig vast op kriksteu-
nen.
Inspecteer de binnenste en buiten-
ste koppelstangmanchetten op
barsten.
Duw en trek aan de boven- of on-
derrand rand van de wielen om de
speling te voelen.
De uiteinden van de koppelstang
moeten worden vervangen, als er
abnormale speling is of als er een
manchet is gebarsten.
uitgevoerd