III UITRUSTING
1. Zadelvergrendeling
Trek de zitting naar omhoog en
vervolgens naar achter. Licht de
zitting verder op tot u de bevesti-
ging vooraan kunt losmaken en
verwijder ze dan helemaal.
Installeren van de zitting
Steek de lipjes vooraan in de in het
frame gelaste U-staaf. Druk de zit-
ting daarna stevig naar beneden tot
ze vastklikt.
OPMERKING: U zult duidelijk een
klik voelen. Controleer nogmaals
of de stoel stevig vastzit door eraan
te trekken.
WAARSCHUWING
Bevestig dat de bestuurders-
stoel goed op zijn plaats is ver-
grendeld door deze een aantal
keer achteruit en omhoog te
trekken.
2) Passagiersstoel
(2-UP-modellen)
WAARSCHUWING
Gebruik dit voertuig nooit zon-
der de passagiersstoel.
Deze stoel is uitsluitend bestemd
voor één passagier. De ingebouw-
de rugsteun steunt de rug tijdens
het rijden.
100
TYPISCH
1. Passagiersstoel
2. Ingebouwde rugsteun
Wanneer u zonder passagier gaat
rijden, kunt u de passagierszitting
verwijderen en een bergvak instal-
leren (indien aanwezig).
TYPISCH
1. Bergvak
WAARSCHUWING
Wanneer de passagiersstoel
wordt verwijderd, wordt dit een
EENPERSOONSVOERTUIG (1-
UP-model) en mag er GEEN
PASSAGIER meerijden. Laat
NOOIT een passagier plaatsne-
men op het opbergvak.