II ONDERHOUDSPROCEDURES
Wieldraagarmen achteraan
Controleer de wieldraagarmen op
vervorming, barsten of krombui-
ging.
Raadpleeg een erkende Can-Am
dealer als u een probleem vaststelt.
21) Remmen
Controle remvloeistofpeil
Controleer het vloeistofpeil in de
reservoirs terwijl het voertuig op
een vlak oppervlak staat.
OPMERKING: Een laag peil kan
wijzen op lekkage of versleten
remblokken.
Reservoir voorremmen
Draai het stuur recht vooruit zodat
het reservoir waterpas staat.
Controleer het remvloeistofniveau.
Het reservoir is vol wanneer de
vloeistof tot de bovenrand van het
venster reikt.
Inspecteer de staat van de man-
chet visueel.
Controleer op barsten, scheuren
enz. Vervang ze indien nodig.
TYPISCH
Reservoir achterremmen
Verwijder de stoel.
Wanneer het voertuig op een vlak
oppervlak staat moet het vloeistof-
peil van het rempedaal tussen de
MIN. en MAX. merktekens staan.
150
1. Achterrem-vloeistofreservoir
Remvloeistof toevoegen
Reinig de vuldop.
WAARSCHUWING
Reinig de vuldop voordat u deze
verwijdert.
Verwijder borgschroeven van reser-
voirdeksel.
Verwijder de reservoirdop.
Vul zonodig vloeistof aan met be-
hulp van een schone trechter.
Nooit te veel bijvullen.
OPMERKING
plastic en geschilderde oppervlak-
ken beschadigen. Veeg gemorste
olie weg en maak schoon.
Breng het reservoirdeksel opnieuw
aan en draai de schroeven vast.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de
ring van de vuldop naar binnen is
geduwd voor u de dop van op het
remvloeistofreservoir sluit.
Aanbevolen remvloeistof
Gebruik altijd DOT 4-remvloeistof
uit een gesloten verpakking.
WAARSCHUWING
Gebruik geen andere remvloei-
stoffen om ernstige schade aan
het remsysteem te voorkomen.
Remvloeistof kan