Schakel de oven in.
Het hoofdmenu verschijnt.
Schuif het gerecht in de oven.
Kies de gewenste functie.
Eerst verschijnt de functie en daarna de
voorgeprogrammeerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
De voorgeprogrammeerde tempera-
tuur wordt na enkele seconden over-
genomen. U kunt de temperatuur ach-
teraf wijzigen met de pijltoetsen.
Bevestig met OK.
De ingestelde en de werkelijke tempera-
tuur verschijnen en de opwarmfase be-
gint.
U kunt het stijgen van de temperatuur in
het display volgen. Als de ingestelde
temperatuur voor het eerst wordt be-
reikt, klinkt er een signaal.
Gebruik na de bereiding de sensor-
toets van de gekozen functie om de
bereiding te beëindigen.
Haal het gerecht uit de oven.
Schakel de oven uit.
Waarden en instellingen voor
een bereidingsproces wijzigen
Zodra een bereidingsproces loopt, kunt
u naargelang de functie de waarden of
instellingen voor dit bereidingsproces
wijzigen.
Naargelang de functie kunt u volgende
instellingen wijzigen:
–
Temperatuur
–
Bereidingstijd
–
Einde om
–
Start om
Temperatuur wijzigen
U kunt de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur met
Meer
Voorgeprog. temperaturen
nent aan uw persoonlijke wensen aan-
passen.
Raak de pijltoets of aan of swipe
in het veld naar links of rechts
tot het gewenste menupunt ver-
schijnt.
In het display verschijnt de ingestelde
temperatuur.
Wijzig de ingestelde temperatuur via
het navigatiegedeelte.
De temperatuur verandert in stappen
van 5 °C.
Bevestig met OK.
Het bereidingsproces gaat met de ge-
wijzigde ingestelde temperatuur verder.
Bediening
|
|
Instellingen
ook perma-
53