Frymaster beveelt aan om het toestel op de volgende manier ten minste een keer per jaar te
laten controleren door een door de fabrikant erkende servicetechnicus:
6.5.1 Friteuse
•
Controleer de behuizing op overtollige olie
achterkant
.
•
Controleer of de verwarmingselementen in goede staat verkeren en er geen kabels zijn die rafelen of
waarvan de isolatie beschadigd is en vrij zijn van oliesporen.
•
Controleer of de verwarmingselementen in goede staat verkeren en vrij zijn van afzettingen van
verkoolde/gekarameliseerde olie. Controleer de elementen op tekenen van activatie zonder voldoende
vloeistof.
•
Controleer of het kantelmechanisme naar behoren werkt wanneer u de elementen optilt en laat zakken en
de kabels van de elementen niet vastzitten en/of schuren.
•
Vergewis u ervan dat de ampère-opname door de verwarmingselementen binnen het toegelaten bereik ligt
dat op de typeplaat van het toestel wordt vermeld.
•
Controleer of de temperatuur- en bovenlimietvoelers naar behoren zijn aangesloten, vast zitten en correct
werken en of het bevestigingsmateriaal en de voelerbescherming wel degelijk en correct zijn
geïnstalleerd.
•
Controleer of de onderdelen van de componentkast en contactgeverkast (d.w.z. computer/sturing, relais,
interfaceprintplaten, transformatoren, contactgevers, enz.) in goede staat verkeren en vrij zijn van
oliesporen en afzettingen van afvalstoffen.
•
Controleer of de bedradingsaansluitingen van de componentkast en de contactgeverkast goed vast zitten
en de bedrading in goede staat verkeert.
•
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen (d.w.z. bescherming van contactgevers, veiligheidsschakelaar
van afvoer, resetschakelaars, enz.) zijn aangebracht en naar behoren werken.
•
Controleer of de vetpan nog in goede staat verkeert en niet lekt en of de isolatie van de vetpan in
bruikbare staat verkeert.
•
Controleer of alle bedradingsbomen en de aansluitingen goed vast zitten en in goede staat verkeren.
6.5.2 Ingebouwd filtersysteem
•
Inspecteer alle olieretour- en afvoerleidingen op lekken en controleer of alle aansluitingen goed vast
zitten.
•
Controleer de filterpan op lekken en op onaanvaardbare vervuiling. Als er zich vele korsten in de
kruimelvanger bevinden, raadt u de eigenaar/gebruiker aan om de kruimelvanger dagelijks leeg te maken
brandveilig
in een
recipiënt en ook dagelijks schoon te maken.
•
Controleer of alle O-ringen en afdichtingen (met inbegrip van die op de snelkoppelingen) aanwezig zijn
en in goede staat verkeren. Vervang de O-ringen en afdichtingen die versleten of beschadigd zijn.
– Controleer als volgt de integriteit van het filtersysteem:
langs binnen en buiten, langs de voorkant en de
6-3