7. Bij friteuses die zijn uitgerust met een FootPrint Pro filtersysteem (modelreeks BIPH55) steekt u de
stekker(s) in een stopcontact achter de friteuse.
2.4
De gastoevoer aansluiten
Vóór een nieuwe pijp wordt aangesloten op dit toestel, moet de pijp grondig uitgeblazen
worden om al het vreemde materiaal eruit te verwijderen. Vreemd materiaal in de brander en
de gasregelaars leiden tot een onjuiste en risicovolle werking.
Wanneer u de binnenkomende gastoevoerleidingen test, moet u de friteuse loskoppelen van
de gasleiding als de testdruk 3,45 kPa [½ PSI (35,15 cm waterkolom)] of meer bedraagt om
beschadiging van de gasslangen en gasklep(pen) van de friteuse te voorkomen.
Alle aansluitingen moeten dicht worden gemaakt met een pasta die geschikt is voor het
gebruikte gas en alle aansluitingen moeten worden getest met een oplossing van water en
zeep vóór een waakvlam wordt aangestoken.
Gebruik nooit lucifers, kaarsen of andere ontbrandingsbronnen om eventuele lekken op te
sporen.
Als er een gasreuk wordt waargenomen, moet de gastoevoer naar het toestel
worden afgesneden aan de hoofdafsluitklep en moet onmiddellijk contact worden
opgenomen met de plaatselijke gasmaatschappij of een bevoegde dienst na verkoop voor
nazicht.
De friteuse inschakelen met een lege vetpan leidt tot beschadiging van de vetpan en kan
brand veroorzaken. Zorg er steeds voor dat er gesmolten bakvet, olie of water in de vetpan
is vóór u de vlam activeert.
De grootte van de voor de installatie gebruikte gasleiding is erg belangrijk. Als de leiding te dun is, zal de
druk aan het branderverdeelstuk te laag zijn. Dat kan leiden tot een traag herstel en een trage ontsteking. De
binnenkomende gastoevoerleiding moet een diameter hebben van ten minste 38 mm.
onderstaande tabel voor de minimale diameter van de aansluitleidingen.
Niet-CE norm
voor inkomende gasdruk
Gas
Minimum
Maximum
15,2 cm
35,6 cm
Aardgas
1,49 kPa
3,48 kPa
14,93 mbar
34,84 mbar
27,9 cm.
35,6 cm
LP
2,74 kPa
3,48 kPa
27,37 mbar
34,84 mbar
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
2-5
Raadpleeg de