uitsluitend uitgevoerd worden met een uitge-
schakelde motor!
•
Haal de sleutel uit het contact!
•
Bouten, moeren en schroeven moeten regelma-
tig worden gecontroleerd en zo nodig aange-
spannen worden!
•
Indien er onderhoud verricht wordt met het
werktuig in opgeheven stand, moet het altijd
van gepaste ondersteuning voorzien worden!
•
Bij het vervangen van scherpe onderdelen
moeten geschikte gereedschappen en hand-
schoenen worden gebruikt!
In gebruik name
Algemeen
De zaaimachine wordt gewoonlijk gebruiksklaar
geleverd. Met het oog op de verzending kunnen
sommige delen echter los bijgeleverd of nog niet in
de werkstand gemonteerd zijn!
Let op: leg geen losse onderdelen in de zaad-
bak aangezien de zaaias rond kan draaien wan-
neer de machine verplaatst wordt en daardoor
kan beschadigen.
Aankoppelen van de zaaimachine
De zaaimachine kan met behulp van de drie-punts-
bok direct achter de trekker of achter een grondbe-
werkings werktuig gemonteerd worden. De trek-
stang wordt standaard voor categorie II geleverd.
De pen voor de topstang kan zowel voor categorie I
als II gebruikt worden. De topstang moet zodanig
ingesteld worden dat de zaaimachine loodrecht
staat tijdens het zaaien. De hefarmen moeten een
beperkte speelruimte hebben zodat de zaaimachine
tijdens het zaaien recht achter de trekker kan rijden.
Als de zaaimachine aan een van trekstangen voor-
zien grondbewerkings werktuig wordt gekoppeld,
moet er rekening mee worden gehouden dat de
afstand tussen de trekstangen 825 mm moet zijn.
De trekstangen moeten worden beveiligd zodat ze
tijdens het werk niet los kunnen komen. De top-
stang moet gewoonlijk in de bovenste stand ge-
monteerd worden.
Let op: controleer wanneer de zaaimachine met
hefinrichting wordt geheven de trekker of het
grondbewerkings werktuig niet raakt!
Transportbreedte – Werkbreedte -
spoorbreedte
Om te bewerkstelligen dat de transportbreedte van
een zaaimachine met een werkbreedte van 3 meter
gelijk of minder dan 3 m is, is de spoorbreedte 2,83
m. Door de wielen van links naar rechts te wisselen
•
Olie en vet moeten volgens de geldende regels
afgevoerd worden!
•
Schakel altijd de stroom uit voor er aan de elek-
trische installatie gewerkt wordt!
•
Elektrisch lassen aan trekker en aangekoppel-
de werktuigen kan ernstige schade veroorzaken
aan electrische componenten van trekker en
werktuig. Demonteer daarom altijd de accu-
klemmen!
•
Onderdelen moeten altijd voldoen aan de door
de producent gestelde technische eisen! Origi-
nele onderdelen voldoen hieraan!
(5,00-15 en 6,00-16) is het mogelijk om een spoor-
breedte van 3 meter te bereiken zodat de wielen in
hetzelfde spoor rijden als er heen en weer gezaaid
wordt. Over het algemeen is het op deze manier
mogelijk om een grotere afstand tussen de wielen
en het frame van de zaaimachine en de zaaischij-
ven te verkrijgen. Dit kan met name een voordeel
zijn als de grond kleverig is en wanneer de machine
met schijfkouters uitgevoerd is.
Let op! De transportbreedte wordt dan meer dan
3 m.!
Als de wielen gewisseld worden, moet de plaatsing
van de wielschrapers ook gewijzigd worden. Ook
wordt de transportbreedte groter dan 3 m. wanneer
er bijzonder brede wielen worden gemonteerd op
de 3 m. werkbreedte machine.
Verlichting
Bij het transporteren van de zaaimachine over de
openbare weg moeten de algemeen geldende be-
palingen voor transport van landbouwmachines
altijd in acht worden genomen, zoals de bepalingen
voor verlichting, reflectoren en waarschuwingsbor-
den aangeven.
Markeurs - Transportstand
Tijdens het transport van de zaaimachine over de
openbare weg moeten de markeurs opgeklapt en in
de houders geborgd worden.
Na-egge – bescherming tijdens transport over
de weg
Tijdens het transport over de weg moet de na-egge
van de vereiste bescherming zijn voorzien. De
bescherming moet voor het zaaien weer worden
verwijderd!
De zaadbak vullen
Alvorens de zaadbak gevuld wordt, moet de zaai-
machine van de steunpoten zijn voorzien en op
vaste ondergrond staan of aan de trekker worden
5