Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Afstand Tussen De Rijpaden Instellen - Kongskilde DEMETER CLASSIC CS Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De afstand tussen de rijpaden
instellen
Symmetrische rijpaden
De afstand tussen de rijpaden moet overeenkomen
met de spoorbreedte van de trekker die gebruikt zal
worden voor het spuiten en/of het kunstmeststrooi-
en.
De rijpaden moeten worden aangelegd door de
twee zaaikouters aan beide zijden van de zaaima-
chine die op een halve wielafstand van het midden
van de zaaimachine zitten. De zaaimachine wordt
door de fabriek gewoonlijk voor een wielafstand van
1,5 meter geleverd. Indien deze afstand niet op de
trekker past die gebruikt gaat worden voor het spui-
De afstand tussen de rijpaden wijzigen
Beslis welke zaaiwielen bij de gewenste rijpa-
den afstand uitgeschakeld moeten worden.
Draai de zaaias met de afdraaislinger zodat de
spiebaan zichtbaar is (fig. 31).
Draai de slangklemmen los waarmee de tand-
wielen op de tegenas worden geklemd (fig. 32).
Trek de tegenas terug en verschuif de tandwie-
len naar de nieuwe stand (fig. 33).
Fig. 31
ten en/of kunstmeststrooien, moet de zaaimachine
zoals hieronder beschreven gewijzigd worden.
Asymmetrische rijpaden
Er wordt als volgt bepaald welke zaaikouters de
rijpaden moeten aanleggen.
Bij het buitenste zaaikouter aan de rechter- of lin-
kerkant, afhankelijk van de gekozen zaairichting,
moet een meetband zodanig geplaatst worden dat
het uiteinde van de meetband een halve rijafstand
buiten het zaaikouter ligt, b.v. 3 meter werkbreedte /
25 zaairijen = 6 cm. Meet daarna een halve wielaf-
stand, b.v. 0,75 m, naar het midden van de zaaima-
chine. De rijpadensporen moeten aangelegd wor-
den door de twee zaaikouters die het dichtst bij de
gemeten waarden liggen.
Fig. 32
Fig. 33
17

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Demeter classic csa

Inhoudsopgave