Indien er een lagerplaat gemonteerd is bij het
uitgekozen zaaiwiel, kan de lagerplaat als volgt
naar het naastliggende zaaiwiel verplaatst wor-
den:
•
Demonteer alle veren die de lagerplaten op hun
plaats houden.
•
Trek de tegenas terug en draai de lagerplaat vrij
van de zeskantas.
Let op: draai de zeskantas met het handvat
naar de leegkleppen zodat de zijkanten van
de zeskantas parallel lopen met de uitsnij-
dingen in de lagerplaat (fig. 34).
Fig. 34
•
Verschuif de lagerplaat naar de nieuwe stand
en draai hem terug op de zeskantas. Monteer
daarna alle veren die de lagerplaat op zijn
plaats houden.
•
Demonteer de twee tandwielhelften van het
zaaiwiel (fig. 35).
Fig. 35
18
•
Demonteer de spie op het uitgekozen zaaiwiel
door het met een puntig voorwerp uit te trekken
(fig. 36).
Fig. 36
•
Monteer de spie op het zaaiwiel waarvan de
aandrijving gedemonteerd is (het ingrijpen moet
hoorbaar zijn).
•
Monteer de twee halve tandwielen op het uitge-
kozen zaaiwiel als volgt: druk de ene helft van
bovenaf op het zaaiwiel vast.
Let op: de nokken op de tandwielhelften
passen in de ronde uitsparingen op de kop-
pelingszijde van het zaaiwiel (fig. 36).
•
Draai het zaaiwiel 180° zodat de eerste helft in
de zaaihuislagerring gedraaid wordt.
•
Monteer daarna de andere helft en schroef ze
met de twee schroeven samen (fig. 35).
•
Controleer tenslotte dat de tandwielen op de
tegenas recht voor de tandwielhelften zitten en
span de tandwielen vast.