Inhoudsopgave
Advertenties
De werktuigcomputer
De binnenkant van de werktuigcomputer wordt
getoond in fig. 3.
1.
Contactdoos voor de externe besturingskabel
(3-aderige kabel)
2.
Contactdoos voor de wielsensor
3.
Contactdoos voor de werktuigsensor
4.
Contactdoos voor de magneetspoel
De werking van de werktuigcomputer
De werktuigcomputer is voorzien van het indicatie-
lampje "LINK", dat kan worden gebruikt voor het
testen van het gehele D-01 systeem. Als het D-01
systeem naar behoren werkt, kan het indicatielamp-
je één van de twee volgende standen vertonen:
1. Langzaam knipperen (ca. 5x per sec.). Dat
betekent dat de D-01 besturingscomputer geen
verbinding heeft met de werktuigcomputer. De
besturingscomputer is of afgekoppeld van de
werktuigcomputer of uit gezet.
2. Zeer snel knipperend. Dat betekent dat de D-01
besturingscomputer verbonden is met de werk-
tuigcomputer en naar behoren werkt.
(Let op! Dit is de werktoestand voor het D-01
systeem)
Fig.3. De binnenkant van de werktuigcomputer
5.
Contactdoos voor de actuator (electrische
cilinder) van de vooropkomstmarkeur
6.
Indicatielampje van de werktuigcomputer
7.
Kabelklemmen
Als het indicatielampje constant brandt of uit is,
betekent het dat er geen stroomtoevoer is naar de
werktuigcomputer of dat die is beschadigd.
Als er geen verbinding is tussen besturings- en
werktuigcomputer en de machine staat meer dan
25 sec. stil, wordt de energiebesparingsfunctie
geactiveerd door de werktuigcomputer. Tijdens de
energiebesparingsfunctie is er geen stroomtoevoer
naar de magneetspoel om te besparen op de
stroom van de accumulator (dat is het geval als de
magneetspoel werkt: b.v. als het D-01 systeem de
rijpaden markeert). De energiebesparingsfunctie
wordt afgebroken als de verbinding tussen de be-
sturings- en de werktuigcomputer weer is hersteld /
opgericht.
29
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
