Inhoudsopgave
Advertenties
De zaaimachine omzetten van
symmetrische tot asymmetrische
rijpaden
Zaaiwielen die gebruikt worden om rijpaden aan te
leggen, moeten ontkoppeld worden van de zaaias
en gekoppeld worden met de tegen tandwielen.
Maak de slangklem los die het tandwiel op de tege-
nas vastklemt (fig. 37).
Trek de spie met een schroevendraaier naar links
(fig. 37).
Verschuif het tandwiel op de tegenas en maak het
weer vast.
De spie die uit de tegenas is gehaald, moet op de
rechterkant in de spiebaan van het zaaiwiel gesto-
ken worden (een klik moet hoorbaar zijn als hij
ingrijpt).
Fig. 37
Controle
Tijdens het werk kan de werking van het mechanis-
me voor het aanleggen van rijpaden met behulp
van een verticaal bewegende wijzer op de voorzijde
van de zaadbak worden gecontroleerd (fig. 39).
Wanneer een rijpad wordt aangelegd (de zaaiwie-
len draaien niet rond) blijft de wijzer staan. De ge-
tallen op de schaal geven een betere aanduiding
wanneer de wijzer heel langzaam beweegt, zoals
b.v. bij het zaaien van koolzaad.
Ook als de rijsporen elektronisch bestuurd worden,
moet het mechaniek op dezelfde manier gemon-
teerd worden.
Montage van een derde rij
De breedte van de rijpaden wordt door de rijenaf-
stand en het aantal zaaiwielen welke gedicht wordt
bepaald. Wanneer een breder spoor gewenst is
dan bereikt kan worden met twee zaaiwielen, kan
er een derde rij gebruikt worden.
Trek de spie met een schroevendraaier uit het ge-
kozen zaaiwiel (naar rechts).
Monteer de twee tandwielhelften op de linkerkant
van het zaaiwiel
Verschuif de extra tandwielen op de tegenas naar
de gewenste stand en bevestig ze met de spie die
uit het zaaiwiel gehaald is en span de slangklem
aan.
Fig. 38
Fig. 39
19
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
